137734-Els-van-Meijel

138 Chapter 9 | Samenvatting jaar en hun ouders maar er is ook een exploratief onderzoek opgenomen dat gericht is op kinderen tot 8 jaar. Screenen op risico van PTSD In Hoofdstuk 2 worden de resultaten beschreven van de evaluatie van de Screening Tool for Early Predictors of PTSD (STEPP) in een steekproef van slachtoffers van verschillende typen ongevallen in Nederland. Kinderen van 8 tot 18 jaar en een van hun ouders werden voor deelname geworven in twee academische ziekenhuizen, AMC en VUmc in Amsterdam. Beide ziekenhuizen zijn level I traumacentra, toegerust voor behandeling van patiënten met traumatisch letsel. De STEPP is een screeninginstrument dat werd ontwikkeld voor gebruik door getrainde professionals in de acute zorg. De STEPP bestaat uit 12 vragen: 4 aan het kind, 4 aan de ouder, en 4 te beantwoorden uit het medisch dossier. De totale score voor kinderen is gebaseerd op 8 vragen die van ouders op 6 vragen. Beide scores zijn inclusief de vragen uit het medisch dossier. De antwoorden zijn dichotoom: “ja” (=1) of “nee” (=0). De STEPP is binnen een week na het ongeluk afgenomen bij 161 kinderen (gemiddelde leeftijd 13,9 jaar) en 156 ouders. Drie maanden later werd met een semigestructureerd interview bij 147 kinderen en met een vragenlijst bij 135 ouders gemeten of er een PTSD diagnose of klinisch significante PTSS vastgesteld kon worden. Met Receiver Operating Characteristics analyses werd de prestatie van de STEPP in de steekproef gemeten en het optimale afbreekpunt geschat. Omdat het doel van screening is de herkenning van kinderen en ouders met een risico op PTSD is een hoge sensitiviteit vereist. Daarnaast is een hoge negatieve predictieve waarde nodig om degenen te identificeren die geen PTSD zullen ontwikkelen. Van de kinderen kreeg 11,6% de diagnose PTSD en 9,6% van de ouders had een score boven het afbreekpunt voor PTSD op de vragenlijst. Met de oorspronkelijk aanbevolen afbreekpunten (4 voor kinderen, 3 voor ouders) was de sensitiviteit in onze steekproef 41% voor kinderen en 54% voor ouders. Voor beide groepen was de negatieve predictieve waarde 92%. Na aanpassing van de afbreekpunten naar 2 werd de sensitiviteit voor kinderen 82% en voor ouders 92%, met negatieve predictieve waardes van respectievelijk 92% en 96%. Met aangepaste afbreekpunten presteert de STEPP goed: 82% van de kinderen en 92% van de ouders werden juist herkend. De resultaten tonen aan dat de STEPP een valide en bruikbaar instrument is voor een eerste screening in psychische zorg na

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0