Nanke Dokter

100 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen Tabel 5.12 Schooltaalstimulerend gedrag van twee leraren (D en E) met zelfde groep leerlingen Power Uitleg ▼ ▲ Leraar D Leraar E Schooltaal stimulerende strategieën gericht op begrip 1 Hardopdenkend voordoen ( modeling ) + 1 0 2 Betekenis geven (semantiseren) + 1 0 3 Verbeterd herhalen ( recasting ) + 2 1 4 Herhalen van eigen correct taalgebruik 0 11 5 Herformuleren van eigen taalgebruik + 3 3 6 Visualiseren + 2 4 Totaal 9 19 Schooltaal stimulerende strategieën gericht op productie 1 Vragen preciezer te formuleren + 5 0 2 Aanwijzingen geven + 3 2 3 Prikkelende opmerkingen maken + 0 0 4 Verbeterd herhalen van uiting van leerling + 1 0 5 Herhalen van correcte uiting van leerling 3 0 6 Herformuleren van uiting van leerling + 0 0 Totaal 12 2 Leraar D gebruikt negen strategieën gericht op begrip tijdens de vier minuten uitleg , leraar E gebruikt ruim twee keer zoveel strategieën gericht op begrip: negentien. Bij de schooltaalstimulerende strategieën gericht op productie is het andersom: leraar D gebruikt twaalf keer een strategie binnen de vier minuten uitleg en leraar E gebruikt twee keer schooltaalstimulerende strategieën gericht op productie. Dit wordt weer- spiegeld in het aantal uitingen van de leerlingen tijdens de uitleg (zie Tabel 5.11). Op strategieniveau is het opvallend dat leraar E zichzelf elf keer herhaalt tijdens de uitleg , zoals te zien was in Transcript 5.6. Bij het analyseren van het gebruik van power up en power down strategieën is te zien dat leraar D in totaal negen keer een power up strategie gebruikt, gericht op het vermeerderen van schooltaalkenmerken, en negen keer een power down strategie, gericht op het reduceren van schooltaalkenmerken. Leraar E gebruikt ook negen keer power down strategieën, maar in totaal slechts één power up strategie. Met name in de power up strategieën is er dus verschil te zien tussen de leraren. We hebben vastgesteld dat deze leraren bij het geven van rekeninstructie aan dezelfde groep redelijk overeenkomen in hun schooltaalaanbod, maar verschillen in het gebruik van schooltaalstimulerende strategieën. Mogelijk hangt dit samen met de leraarkenmerken kennis, attitude en vaardigheid. Tabel 5.13 bevat de scores op de leraarkenmerken van de twee leraren.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0