Nanke Dokter

102 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen De strategieën die leraar F binnen gesprek inzet lijken met name gericht te zijn op correctie van de taal die door de leerlingen wordt gebruikt (zoals ‘verbeterd herhalen’ of ‘vragen preciezer te formuleren’), terwijl leraar H ook strategieën inzet die gericht zijn op het ontlokken van schooltaal (zoals ‘prikkelende opmerkingen maken’). Dit is terug te zien in de voorbeeldfragmenten van de rekeninstructie. Transcript 5.7 Voorbeeld leraar F 1 Leraar Wie kan mij vertellen welke dag het is vandaag? 2 Leerling Maandag. 3 Leraar En de datum? 4 Leerling Negen… 5 Leraar Negen streepje wat staat er dan, welk getal staat daar. 6 Leerling Twaalf. 7 Leraar Twaalf, en hoe heette de twaalfde maand van het jaar. 8 Leraar Wat denk jij Y? 9 Leerling Y December. 10 Leraar December, goed. 11 Leraar Dat is ook de laatste maand van het jaar hè. 12 Leraar Wat gebeurt er als deze maand afgelopen is? 13 Leraar Wat gebeurt er dan? 14 Leraar Wat hebben we dan N? 15 Leraar Dan gebeurt er iets. 16 Leraar Als deze maand december helemaal afgelopen is. 17 Leraar De allerlaatste dag is geweest, dan gebeurt er iets. 18 Leerling Dan hebben we kerstvakantie. 19 Leraar Dan hebben we kerstvakantie, dat klopt. 20 Leraar Wat gebeurt er als de laatste dag van deze maand afgelopen is. 21 Leraar Y 22 Leerling Y Dan gaat het sneeuwen. 23 Leraar Dat kan, dat hoeft niet per sé, dat kan, dat het gaat sneeuwen. 24 Leraar T 25 Leerling T Kerstmis. 26 Leraar Na kerstmis komt er nog een soort feest. 27 Leraar B 28 Leerling B XXX. 29 Leraar Oudjaar en nieuwjaar. 30 Leraar De laatste dag… de laatste… de laatste dag van december, 31 december, heet oudjaar. 31 Leraar En dan komt er, begint er een nieuw jaar. 32 Leraar Eén januari begint er een nieuw jaar.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0