Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 103 Strategieën die leraar F vaker laat zien in dit fragment zijn het ‘herhalen van uiting van leerling’, zoals in regel 19 (‘Dan hebben we kerstvakantie, dat klopt’) of in regel 23 (‘Dat kan, dat het gaat sneeuwen’) . Ook ‘herhaalt’ ze letterlijk wat de leerling zegt om daarna direct te vragen om preciezer te formuleren (‘Negen streepje wat staat er dan’ in regel 5; ‘Twaalf, en hoe heette de twaalfde maand’ in regel 7; ‘Na kerstmis komt er nog een soort feest’ in regel 26). Als andere strategie is te zien dat leraar F haar eigen taalaanbod ‘herformuleert’ (bijvoorbeeld bij ‘Wat gebeurt er als deze maand afgelopen is? Wat gebeurt er dan? Wat hebben we dan N?’ in regel 12-14). Leraar H lijkt minder gericht te zijn op het begrip van de gebruikte schooltaal. Transcript 5.8 Voorbeeld leraar H 1 Leraar M, jullie groepje. (Op de vraag ‘Waar kom je allemaal getallen tegen?’) 2 Leerling M Op de snelweg en op de weg en op het, op het winkelpad en in de auto. 3 Leraar Waar zie je het dan op de snelweg? 4 Leraar Want dat is toch gewoon een asfaltweg. 5 Leerling M Op de borden. 6 Leerling M Hoe hard je moet rijden. 7 Leerling M Ja in de auto, in de auto hoe hard je rijdt. 8 Leerling M En hoe hard je mag rijden, en welke eerst komt en daarna. 9 Leerling M En, en op de borden zien we soms ook getallen als we naar Roosendaal gaan en terug naar Zeeland. 11 Leraar Dan kom je die ook tegen. 12 Leerling M Ja, op de snelweg. 13 Leraar Wie eh, wat voor ma…, dat heef te maken met afstanden volgens mij. 14 Leraar Hoe ver je dan nog moet rijden. 15 Leraar Is dat in meters, of centimeters? 16 Leerling Meters! 17 Leraar L? 18 Leerling L Kilometers. 19 Leraar Kilometers. Kilometers. 20 Leraar Want een meter is maar zo’n stukje. [Laat zien hoeveel een meter is] 22 Leraar En als een auto nou zo’n stukje rijdt, dan moet er op die borden wel duizenden, duizenden meters staan. 24 Leerling Ja, dat heb ik een keertje gezien. 25 Leraar Dus dan hebben ze bedacht dat kun je ook in kilometers doen. In dit fragment is te zien dat de leraar ingaat op wat de leerlingen zeggen, zonder de door hen gemaakte uitingen steeds te herhalen. De strategie ‘prikkelende opmerkingen maken’ is te zien in regel 4 als ze stelt ‘Want dat is toch gewoon een asfaltweg.’ Na deze opmerking volgen meerdere uitingen van een leerling, een zeldzaamheid tijdens de rekeninstructie. In regel 13 stelt ze dat de getallen op de borden (die in regel 9 door de leerling waren aangedragen) te maken hebben met afstanden. Door te vragen ‘Is 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0