Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 105 Tabel 5.15 Schooltaalstimulerende strategieën van twee leraren (F en G) met meer dan 80% en een leraar (H) met minder dan 20% NT2-leerlingen (aantal per vier minuten) Power Uitleg Gesprek NT2-leerlingen >80% <20% <80% <20% ▼ ▲ F G H F G H Uitingen leerlingen 13 8 13 21 – 36 Schooltaalstimulerende strategieën gericht op begrip 1 Hardopdenkend voordoen ( modeling ) + 0 1 1 0 – 3 2 Betekenis geven (semantiseren) + 1 0 0 0 – 1 3 Verbeterd herhalen ( recasting ) + 1 2 0 6 – 3 4 Herhalen van eigen correct taalgebruik 0 4 2 2 – 2 5 Herformuleren van eigen taalgebruik + 5 5 3 3 – 3 6 Visualiseren + 1 9 2 2 – 3 Totaal 8 21 8 13 – 15 Schooltaalstimulerende strategieën gericht op productie 1 Vragen preciezer te formuleren + 1 1 1 5 – 3 2 Aanwijzingen geven + 0 1 1 2 – 2 3 Prikkelende opmerkingen maken + 0 0 0 0 – 2 4 Verbeterd herhalen van uiting van leerling + 2 2 0 2 – 3 5 Herhalen van correcte uiting van leerling 0 2 1 7 – 8 6 Herformuleren van uiting van leerling + 0 0 0 0 – 1 Totaal 3 6 3 16 – 19 Tabel 5.15 laat zien dat leraar G tijdens uitleg beduidend vaker strategieën inzet gericht op schooltaalbegrip van de leerlingen dan de andere twee leraren. Leraar F en leraar H scoren gelijk als gekeken wordt naar het totale aantal gebruikte strategieën bij uitleg . Net als bij het schooltaalaanbod verschillen ze wel bij de werkvorm gesprek ; in totaal gebruikt leraar F iets minder vaak strategieën dan leraar H. De uitingen van de leerlingen zijn bij leraar F en H duidelijk hoger bij gesprek dan bij uitleg . De strategie die leraar F en H het meest inzetten is ‘herhalen van een uiting van leerling’ (respectievelijk zeven en acht keer) tijdens de werkvorm gesprek . Leraar F laat ‘herhalen van eigen correct taalgebruik’ zes keer zien tijdens gesprek, leraar H doet dat drie keer. Bij de werkvorm uitleg worden vooral strategieën gericht op begrip gebruikt door alle drie de leraren. Leraar G ‘visualiseert’ opvallend vaak vergeleken met leraar F en H (negen keer vergeleken met één en twee keer). ‘Herformuleren van eigen taalgebruik’ gebruiken leraar F en G vijf keer en leraar H drie keer. Leraar G herhaalt 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0