Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 107 leerlingen iets minder complex taalgebruik wordt aangeboden door de leraar. Er worden ook iets minder schooltaalstimulerende strategieën ingezet en de leerlingen praten er iets minder. Het gebruik van power up of power down strategieën lijkt niet samen te hangen met de achtergrond van de leerlingen. De strategieën die in klassen met meer dan 80% NT2-leerlingen iets vaker worden ingezet, ‘verbeterd herhalen’, ‘verbeterd herhalen van uiting van leerling’ en ‘vragen preciezer te formuleren’, zijn meer gericht op correctie van taaluitingen van de leerlingen. De aard van de leerlingen- populatie, en dan vooral de talige achtergrond van de leerlingen, lijkt dus enigszins samen te hangen met het schooltaalstimulerende gedrag van de leraren tijdens de werkvorm gesprek . Het lijkt erop dat leraren in klassen met veel NT2-leerlingen hun taalgebruik minder complex maken en ze minder strategieën gebruiken. Mogelijk is de eigen stijl van de leraar in sterkere mate bepalend voor zijn schooltaalstimulerend gedrag dan de context. Dit zal worden onderzocht door twee verschillende instructies van dezelfde leraar nader te analyseren. 5.4.4 Eigen stijl van de leraar Van een leraar waren van twee lessen transcripten beschikbaar van de werkvorm gesprek (2.26 minuten van les 1 en 1.32 minuten van les 2). Het schooltaalstimulerende gedrag van de leraar in deze twee lessen is geanalyseerd. De leraar is 53 jaar oud en geeft les aan een groep 3 waarin 24 leerlingen zitten. Ze heeft 27 jaar ervaring in het basisonderwijs, waarvan 12 jaar in groep 3 en 4. Het eerste voorbeeld bestaat uit twee fragmenten uit les 1 en bevat negentien uitingen van leer- lingen. Het tweede voorbeeld bestaat uit twee fragmenten uit les 2 en bevat negen uitingen van leerlingen. De voorbeelden zijn uitgeschreven, waarbij schooltaalstimu- lerende strategieën steeds tussen rechte haken onder de uiting zijn genoteerd. Transcript 5.9 Drie fragmenten van leraar I uit les 1, tijdsduur 2 minuten 26 seconden Fragment 1: tijdsduur 1 minuut 30 seconden 1 Leraar Goed, nou, hèhè. 2 Leraar Gisteren hebben we heel moeilijk gerekend. 3 Leraar Heel moeilijk hè? 4 Leerling Ja. 5 Leraar Was iets nieuws. 6 Leraar Hoe komt het dat je potlood al in je hand zit, heb je ook al papier? 7 Leerling Nee. 8 Leraar Waar zou je je potlood dan kunnen laten? 9 Leerling In m’n la? 10 Leerling Of op de tafel. 11 Leraar Bovenaan de tafel, weet je nog? [Verbeterd herhalen van uiting van leerling] 12 Leraar Ja heel goed. 13 Leraar En. 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0