Nanke Dokter

108 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen 14 Leraar Gisteren had ik mooie gele vellen bij me. 15 Leraar En wat voor getallen stonden daar eigenlijk op. 16 Leraar Weet jij het nog N.? 17 Leraar Of S.? 18 Leerling S. 10. 19 Leraar Bijvoorbeeld 10 stond er op, en wat stond er nog meer op, E.? [Herhalen van correcte uiting van leerling] 20 Leerling E. 100. 21 Leraar 100, stond er ook op. [Herhalen van correcte uiting van leerling] 22 Leraar En wat nog meer S.? 23 Leerling S. 30. 24 Leraar Ja, hoe zouden we die ook al weer noemen? [Aanwijzingen geven] 25 Leraar Hadden we gisteren even, even over gehad. 26 Leraar Weet jij het nog N.? 27 Leerling N. Ja. 28 Leraar Hoe noemen we die getallen? [Aanwijzingen geven] 29 Leerling N. 3. 30 Leraar Tien... vouden, weet je nog, tienvouden. 31 Leraar We hadden de enkelvouden, dat was 1 2 3 4 5 6 7 8 9. [Hardopdenkend voordoen] 32 Leraar En dan die negen ging je aan elkaar plakken weet je nog? 33 Leraar En dan kreeg je tienvouden hè? [Herhalen eigen correct taalgebruik] 34 Leerling Ja. 35 Leraar Ja, ik had ze gisteren even keurig op volgorde. Fragment 2: tijdsduur 14 seconden 36 Leerling Juffrouw, J. en ik hebben allebei 60. 37 Leraar Is dat zo, kijk eens even goed: J. en ik hebben allebei 60. [Aanwijzingen geven] 38 Leerling Niet, want eentje, die is 90. 39 Leerling Omdraaien! 40 Leraar Oh ja, ja, oke. Fragment 3: tijdsduur 42 seconden 41 Leraar En dan eh, is dat vooraan? 42 Leerling Ja! 43 Leerling Nee!

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0