Nanke Dokter

Schoolse taalvaardigheid 13 digheid in het onderscheiden van schooltaal (lexicale precisie en bondige informatie- verstrekking) ten opzichte van meer dagelijkse taal, waarmee het bewustzijn van een schooltaalregister kan worden vastgesteld. Deze vaardigheden zijn met name gericht op receptie (zoals begrijpen), maar om ze te laten zien moeten eerst bepaalde taalkenmerken geproduceerd zijn. Deze kenmerken van schooltaal kunnen worden vergeleken met de kenmerken die in de onderzoeken van het DASH-project worden gehanteerd. Om de overeenkomsten en de verschillen tussen de kenmerken van schooltaal tussen DASH en CALS te kunnen vaststellen zijn de zes CALS-vaardigheden ook op de vier DASH-taalniveaus ingedeeld (zie Tabel 1.2). Tabel 1.2 Schooltaalkenmerken volgens DASH en CALS Taal- niveau DASH CALS Kenmerk schooltaal Operationalisering Kenmerk schooltaal Operationalisering Lexicaal Lexicale diversiteit met daarbij infrequent woordgebruik Gebruik van: • diverse woorden • infrequente woorden Morfosyntactisch Lexicale dichtheid Gebruik van: • inhoudswoorden/ functiewoorden • lexicale nominalisaties • uitgebreide naam- woordelijke zinsdelen Morfologisch complexe woorden Analyseren van morfologisch complexe woorden Gebruik van samengestelde zinnen Samengestelde zinnen produceren Complexe zinnen Begrijpen van complexe syntaxis Gebruik van: • voegwoorden Ideeën verbinden Begrijpen van op school relevante voegwoorden of andere verbindende elementen Expliciete referentie Referentie naar: • tijd • plaats Tekstueel Samenhang tussen uitingen Gebruik van: • verbindende taal- middelen, zoals verwijzingen Structuur van (argumentatieve) teksten; kennis van gespreksstructuren Structureren van (argumentatieve) teksten Concepten herkennen Analyseren van conceptuele verwijzingen Abstractie, decontextualisatie Abstractieniveau 1

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0