Nanke Dokter

Ontwikkeling van een interventie 139 vervolgens welke schooltaalstimulerende strategieën er bestaan en ze bepalen aan welke strategieën ze gaan werken in hun stagepraktijk. 7 Begeleider als rolmodel De studenten worden op verschillende manieren gecoacht tijdens de interventie. Bij het leren herkennen van de schooltaalstimulerende strategieën zal de docent rekenen/ wiskunde zelf de strategieën waar mogelijk inzetten en eventueel benoemen. Daar- naast worden tijdens de bijeenkomsten voorbeeldfilmpjes gebruikt waarin een leraar schooltaalstimulerend gedrag tijdens de rekenles laat zien ( online modeling ). Deze filmpjes staan op de interventiewebsite (zie ook punt 10, blended learning ). In de voor- beeldfilmpjes laat de docent rekenen/wiskunde zien hoe hij de schooltaalstimulerende strategieën inzet tijdens de rekenles aan de eerstejaars studenten. Het maken van de filmpjes draagt eraan bij dat de docent zich alle strategieën goed eigen maakt en kan gebruiken. Bij het leren analyseren van het eigen schooltaalstimulerende gedrag coachen de studenten elkaar, onder begeleiding van de docent. 8 Reflectie Door samen met medestudenten of de docent het eigen handelen met betrekking tot de schooltaalstimulerende strategieën te analyseren en beschouwen tijdens de (door studenten zelf in de stageklas opgenomen) rekenles, worden studenten uitgedaagd om te reflecteren. Om ervoor te zorgen dat de reflectie op gang wordt gebracht, krijgen de studenten kijkwijzers, gericht op het herkennen van schooltaalstimulerende strate- gieën (zie Bijlage 5). 9 Samenhang van toetsing met doelen en activiteiten De toetsing van de kennis en vaardigheden van de studenten met betrekking tot schooltaal vindt plaats aan de hand van de standaarden die bij de beroepstaak horen (zie Paragraaf 7.2). Deze standaarden zijn op instituutsniveau vastgesteld en kunnen niet ten behoeve van dit onderzoek worden gewijzigd. Dat betekent dat de studenten van beide groepen op dezelfde manier worden getoetst. De toetsing bestaat uit de beoordeling van een product dat studenten aanleveren en waarin ze beschrijven en verantwoorden hoe zij hebben voldaan aan de beoordelingscriteria (de standaarden). Om de toetsing en de leeractiviteiten met elkaar te laten samenhangen is ervoor gekozen om de standaard die betrekking heeft op het geven van feedback aan leer- lingen (3.15 in Figuur 7.2) voor de beide deelnemende groepen anders in te vullen. De experimentele groep krijgt daarbij de opdracht om feedback te geven door school- taalstimulerende strategieën in te zetten. De controlegroep krijgt de opdracht om gerichte feedback te geven op het rekenproces van de leerling, zonder expliciete instructie over hoe dat te doen. De studenten van de experimentele groep krijgen tijdens de bijeenkomsten feedback op hun leerproces met betrekking tot het hanteren van schooltaalstimulerende strategieën tijdens de rekeninstructie in hun stageklas. 7

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0