Nanke Dokter

Opzet van het onderzoek naar de effectiviteit van de interventie 149 aan van hun rekeninstructie (alleen deze opnamen zijn gebruikt voor de analyses). Vijftien studenten leverden alleen voor de interventie video-opnamen aan, de overige studenten leverden niets aan, ook niet na herhaaldelijk vragen. De redenen die ze hiervoor gaven waren uiteenlopend: het mocht niet van de stageschool, het was niet mogelijk om nog een rekenles te geven, ze waren vergeten een opname te maken. De evaluatie werd in de laatste bijeenkomst van de interventie afgenomen; 45 studenten (24 uit de experimentele groep en 21 uit de controlegroep) vulden deze evaluatie in. Tabel 8.2 geeft een overzicht van de deelnemende studenten per onderzoeks- instrument. Tabel 8.2 Overzicht aantal deelnemende studenten per instrument in voor- en nameting Kennistoets Attitude-vragenlijst Observatie video-opname Evaluatie Totaal Voor Na Voor en na Voor Na Voor en na Voor Na Experimentele groep 37 28 34 26 28 34 26 14 8 24 Controlegroep 36 28 23 18 28 23 18 11 5 21 Totaal 73 56 57 44 56 57 44 25 13 45 8.4 Analyses Om vast te stellen in welke mate studenten beschikken over kennis en attitude ten aanzien van schooltaal en in welke mate ze schooltaalstimulerende strategieën inzet- ten in hun stageles, is gebruik gemaakt van beschrijvende statistiek. Ook bij de analyse van de stellingen over de ervaren effecten is beschrijvende statistiek ingezet (frequen- ties, percentages, standaarddeviaties en range). De antwoorden op de open vragen van de evaluatievragenlijst zijn gelabeld, vergeleken en vervolgens gecategoriseerd. Om de samenhang vast te stellen tussen de evaluatiegegevens over de waardering voor en de betrokkenheid en aanwezigheid bij de interventie enerzijds en de uit de vragenlijst blijkende ervaren effecten ten aanzien van de interventie anderzijds, zijn Pearson’s correlatieanalyses uitgevoerd. Voor het vaststellen van verschillen tussen de experimentele groep en de controle- groep bij de observaties zijn multivariate variantieanalyses (Manova’s) uitgevoerd, met als within factor gerichtheid op begrip en productie, variatie in gebruikte strategieën en power down of power up van de strategieën die door de studenten werden ingezet. Om te controleren of deze analyse gedaan kon worden, is eerst de normaliteit van de verdeling gemeten en vastgesteld door middel van een Shapiro-Wilk test. Voor het verschil in kennisontwikkeling tussen de experimentele groep en de controlegroep voor en na de interventie, werd een Anova met herhaalde metingen uitgevoerd. In Hoofdstuk 9 worden deze analyses uitgebreider beschreven in relatie tot bespreking van de gevonden resultaten. 8

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0