Nanke Dokter

De effectiviteit van de interventie 169 de stageklas. Omdat de studentenaantallen van de beide groepen niet hetzelfde zijn, is een percentage gebruikt (zie Figuur 9.4). Figuur 9.4 Schooltaalstimulerende strategieën gericht op begrip: percentage studenten dat een strategie inzet, bij experimentele groep en controlegroep in voor- en nameting Het percentage studenten van de experimentele groep dat bepaalde strategieën ge- bruikt tijdens de vier minuten rekeninstructie na de interventie is bij alle strategieën verminderd. In Figuur 9.5 was te zien dat de strategieën gericht op begrip toenamen na de interventie. Dit betekent dat bepaalde strategieën weliswaar vaker ingezet zijn, maar door minder studenten. Het percentage studenten van de controlegroep is bij de strategieën ‘betekenis geven’ en ‘herhalen van eigen correct taalgebruik’ ook vermin- derd, bij de strategie ‘herformuleren van eigen taalgebruik’ is het percentage gelijk gebleven, en bij de strategieën ‘verbeterd herhalen van eigen taalgebruik’ en bij ‘visualiseren’ is het percentage studenten dat de strategie inzet toegenomen. Op- vallend is dat ‘hardopdenkend voordoen’ door geen van de studenten van de controle- groep werd ingezet en dat ‘herformuleren van eigen taalgebruik’ in beide groepen tijdens de voormeting door alle studenten werd gebruikt en bij de nameting door nagenoeg alle studenten (88% en 100%). In deze grafiek is zichtbaar dat met name de strategieën ‘hardopdenkend voordoen’ en ‘herhalen van eigen correct taalgebruik’ door een groter percentage studenten van de experimentele groep werd ingezet dan van de controlegroep. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 1 - Hardop denkend voordoen 2 - Betekenis geven 3 - Verbeterd herhalen 4 - Herhalen 5 - Herformuleren 6 - Visualiseren Schooltaalstimulerende strategie ë n Experimentele groep voor Experimentele groep na Controlegroep voor Controlegroep na 9

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0