Nanke Dokter

De effectiviteit van de interventie 171 Samenvattend. Na de interventie is de variatie bij het inzetten van de strategieën toegenomen. Daarbij zijn minder studenten bepaalde strategieën vaker gaan inzetten (zie Figuur 9.4 en 9.5). De experimentele groep en de controlegroep varieerden het meest in het gebruik van schooltaalstimulerende strategieën gericht op begrip. Met name de strategieën ‘hardopdenkend voordoen’ en ‘herhalen van eigen correct taalgebruik’ werden door een hoger percentage studenten van de experimentele groep dan van de controlegroep ingezet, in zowel de voor- als nameting. Bij strategieën gericht op productie gebruikte een hoger percentage studenten van de experimentele groep de strategie ‘verbeterd herhalen van uiting van leerling’ na de interventie. Bij de controlegroep werden alle strategieën in de nameting door een kleiner of gelijk percentage studenten ingezet. 9.4 Effecten volgens docent- en studentevaluatie De laatste deelvraag heeft betrekking op veranderingen in het domein van de con- sequenties en luidt: Welke effecten heeft de interventie volgens de docent rekenen/wiskunde en de pabostudenten? Om deze vraag te beantwoorden wordt eerst ingegaan op de door de docent rekenen/ wiskunde in zijn evaluatie van het interventietraject gerapporteerde effecten voor het handelen en leren van de studenten en van hemzelf (Paragraaf 9.4.1). Daarna wordt ingegaan op de door de studenten in hun evaluatie van het interventietraject gerappor- teerde effecten van de interventie voor hun eigen handelen en leren, en voor het leren van hun leerlingen (Paragraaf 9.4.2). In Paragraaf 9.4.3 wordt gekeken naar een samen- hang tussen effecten, betrokkenheid en aanwezigheid van studenten bij de interventie. 9.4.1 Effecten volgens de docent rekenen/wiskunde De docent rekenen/wiskunde gaf in zijn evaluatie (zie Bijlage 8) aan dat hij ‘niet on- tevreden is met hoe het verloopt. Bij veel studenten lijkt een bewustzijn op gang te komen. De meeste studenten hebben het papier ingevuld waarop ze hun kritische reflectie beschrijven en waarop ze hun ontwikkeldoel hebben geformuleerd. De doelen, zoals geformuleerd in de voorbereiding, zijn behaald; in groep 1 [experimentele groep; ND] zeker, in groep 2 [controlegroep; ND] blijkt de focus breder te zijn dan alleen feedback op proces’ (zie Evaluatie docent rekenen/wiskunde). De docent gaf verder aan dat de reflectie van de studenten op hun eigen handelen volgens hem geleid heeft tot een verhoogd bewustzijn van de studenten: ‘De leerlijn is duidelijk weggezet voor de studenten. De studenten die er iedere les bij zijn geweest kunnen denken vanuit de concepten. Filmpjes gaat alleen werken met een strak kader en dat hebben we. Je ziet bewustwording ontstaan.’ Daarbij plaatste hij de kanttekening dat de bedoeling van de huiswerkopdracht voor een aantal studenten niet helemaal duidelijk was en dat er een volgende keer waarschijnlijk nog winst behaald zou kunnen 9

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0