Nanke Dokter

180 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen heb ik mezelf goed geobserveerd en heb ik gekeken wat ik nu al goed deed en wat niet.’ (Eindproduct Student A, 20-1-2018, p. 15) Daarna legde ze in eigen woorden uit wat de twaalf schooltaalstimulerende strategieën inhouden en illustreerde ze aan de hand van concrete voorbeelden hoe deze zichtbaar waren in haar lessen. Ze eindigde met een persoonlijk leerdoel: ‘Het hardop denken is nog iets waar ik veel meer tijd in mag stoppen. Dit heb ik al wel gedaan, maar nog niet zoveel dat ik kan zeggen dat ik deze strategie goed be- heers. Voortaan wil ik ook voor mezelf als ik een (reken)les ga geven strategieën opschrijven waar ik die les meer op ga letten. Het herformuleren van eigen taal- gebruik vind ik ook nog een lastige. Ik weet dat ik dit weleens doe, maar ben mijzelf hier nog niet echt bewust van.’ (Eindproduct Student A, 20-1-2018, p. 17) De twee strategieën die hier worden beschreven komen ook voor in de zes strategieën die na de eerste analyseronde als persoonlijk leerdoel werden geformuleerd. Uit de beschrijving is op te maken dat de student deze twee strategieën opnieuw als leerdoel heeft uitgekozen. In de nameting scoorde student A bij de kennistoets 26 van de 42 stellingen goed; daarvan gingen er zeventien over schooltaal algemeen en negen over schooltaal- stimulerende strategieën. Ze scoorde hoger dan bij de voormeting, waar ze twintig stellingen goed had. In de attitudemeting scoorde ze gemiddeld 3.76 op een 5-punts Likertschaal: op het cognitieve aspect scoorde ze gemiddeld een 4.27, op het affectieve aspect een 4.0 en op het zelfbeeldaspect een 3.0. Ze scoorde hier op het cognitieve en affectieve aspect hoger dan in de voormeting (waar ze respectievelijk 4.0 en 3.55 scoorde), op het zelfbeeldaspect scoorde ze lager (in de voormeting scoorde ze 3.55). Ze was zich er blijkbaar beter bewust van geworden dat ze bepaalde strategieën minder goed beheerst. Het schooltaalstimulerende strategiegebruik in de nameting wordt geïllustreerd in Transcript 9.2. Student A zit in een kring en bespreekt de namen van wiskundige figuren met groep 1 en 2. Transcript 9.2 Rekeninstructie tijdens de nameting in groep 1/2 door student A 1 Student A Wijs eens aan, waar is de driehoek? 2 Student A Heel goed. 3 Student A En wie weet waarom ze dit een driehoek noemen. 4 Student A Zou dat gewoon voor de lol zijn? 5 Student A Zou iemand gedacht hebben: weet je ik vind dit er wel leuk uit zien, laten we dit een driehoek gaan noemen. 6 Leerling Nee. 7 Student A M. 8 Leerling M Omdat er ook drie kanten zijn. 9 Student A Kom ze maar eens tellen. 10 Leerling M 1, 2, 3 (Telt drie keer op zelfde plekje op de driehoek). 11 Student A Kijk, 1,2,3 (wijst de drie hoeken aan).

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0