Nanke Dokter
194 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen 6 Leerling Ik ook. 7 Leerling Ik had alles al opgeschreven. 8 Student C Maar, stel dat we nou hier waren. 9 Student C Dan kunnen we niet eerst naar de tien toe. 10 Student C Ik heb hem twee erbij vier. 11 Student C Wat is dan een makkelijk getal om eerst uit te rekenen? 12 Student C Moeten we dan eerst naar de tien toe? 13 Student C Nee. 14 Student C Nou, wat dan? 15 Student C Dan moeten we eerst naar de? 16 Leerling Zes? 17 Leerling Oh vijf! 18 Student C Vijf is ook een heel makkelijk getal, hè. 19 Student C Kun je ook mee uitrekenen. 20 Leerling Vijf en vijf is tien. 21 Student C Vijf erbij vijf, heel goed. In dit transcript is te zien dat student C schooltaalproductie hier stimuleert door meer door te vragen naar de redenering, waar ze in het eerste transcript voornamelijk de strategie ‘herhalen van correcte uiting van leerling’ inzette. Ze zette nu meer verschil- lende strategieën in: ze prikkelde de leerlingen tot nadenken door in regel 8 en 9 te zeggen ‘Maar, stel dat we nou hier waren. Dan kunnen we niet eerst naar de tien toe’. In regel 15 geeft ze een aanwijzing: ‘Dan moeten we eerst naar de?’ In regel 20 zegt de leerling ‘vijf en vijf is tien’, waarna de student ‘verbeterd herhaalt’ doordat ze zegt ‘vijf erbij vijf, heel goed’. In de totale nameting is te zien dat student C minder vaak een schooltaalstimulerende strategie inzette dan in de voormeting (gericht op begrip van 24 naar 17; gericht op productie van twintig naar tien). Ze zette wel meer verschillende strategieën in gericht op begrip (in de voormeting drie, in de nameting vijf). Het aantal strategieën dat power down was, was bijna gelijk aan het aantal power up gerichte strate- gieën (elf power down tegenover tien power up ). In het interview dat twee jaar na de interventie met student C is gehouden, noemde ze op de vraag wat ze zich nog herinnert van het aanbod net als student A als eerste het strategiekaartje. Hierover zei ze: ‘Ik moet zeggen dat ik het niet bewust toepas, maar ik heb wel nog steeds dat gelamineerde kaartje mooi in mijn map zitten.’ Ver- volgens zei ze dat ze tijdens de les niet bewust bedenkt met welke strategie ze bezig is. Ze zei ‘Ik denk dat ik het onbewust wel veel doe, maar dat ik het me niet echt realiseer’ (Interview Student C, 9-12-2019). Over het aanbod zei ze dat ze het interessant vond, maar dat het los leek te staan van de rest van het thema. Ze had er tijdens de interventie iets mee gedaan omdat ze dacht, ‘dat moet ik er ook nog even in verwerken’. Op de vraag wat ze van de interventie heeft geleerd zei ze:
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0