Nanke Dokter
Conclusies 203 inhouden van de opleiding werden in de interventie verbonden met de inhouden van dit onderzoek en de studenten werd gevraagd in hun stagepraktijk tijdens de rekenles schooltaalstimulerende strategieën te gebruiken en die les te filmen. Hiermee kregen de studenten een authentieke en coherente taak voorgelegd, waaraan ze actief konden deelnemen. De inhouden van de interventie werden verbonden aan het bestaande aanbod van de opleiding en daarmee ook aan de toetsing van dit bestaande aanbod. Op de opleiding en op een voor de interventie ontwikkelde website werd aan studenten uitgelegd en door de docent voorgedaan wat schooltaalstimulerende strategieën inhouden en waarom ze van belang zijn tijdens de rekenles. De website kwam tegemoet aan het criterium van blended learning , en online modeling van het gedrag was onderdeel van de voorbeeldrol van de begeleider. Tijdens de bijeenkomsten op de opleiding werd door de studenten samen met medestudenten aan de hand van het eigen filmmateriaal gereflecteerd op het handelen, waarbij ze actief en door middel van collectieve participatie leerden. De interventie vond plaats in kwartaal 2 van het opleidingsjaar, bestaande uit acht lesweken en een stageweek, waarin studenten konden werken aan het leren gebruiken van schooltaalstimulerende strategieën. De duur van de interventie werd bepaald door de praktische mogelijkheden van de opleiding. Door docent en studenten ervaren consequenties werden onderzocht door middel van evaluaties tijdens en na de laatste bijeenkomst. Effecten van de interventie met betrekking tot kennis, attitude, en didactisch handelen werden onderzocht door middel van een voormeting in oktober in kwartaal 1 van het opleidingsjaar en een nameting in februari in kwartaal 3, bij een experimentele groep en een controlegroep van respectievelijk 37 en 36 pabostudenten. Om de effecten van de interventie na te kunnen gaan, kreeg de controlegroep een vergelijkbare interventie. In plaats van informatie over schooltaalstimulerende strategieën kreeg de controlegroep algemene informatie gericht op het geven van procesgerichte feedback tijdens de rekenles. 10.3 Effectiviteit van de interventie Bij de implementatie van de interventie werd aan drie van de tien genoemde ontwerp- criteria geheel voldaan en aan vijf criteria gedeeltelijk. In de uitvoering kwamen de criteria collectieve participatie, authentieke taken en reflectie aan de orde zoals was gepland. De criteria substantiële duur, actief leren, coherentie, begeleider als rolmodel en blended learning zijn gedeeltelijk gerealiseerd zoals was beoogd, bij de criteria ‘in- houdelijke focus en doelen’ en ‘samenhang van toetsing met doelen en activiteiten’ is afgeweken van de bedoeling. In de evaluaties gaven studenten aan dat met name de doelen en de toetsing voor hen niet duidelijk waren: er was verwarring over de eigen gestelde doelen gericht op schooltaalstimulerend gedrag ten opzichte van de meer algemeen gestelde toetsdoelen van de opleiding. Dat niet alle ontwerpcriteria zijn gerealiseerd kan van invloed zijn geweest op de gemeten effecten. Bij de kennismeting op het gebied van schooltaal en schooltaalstimulerende strate- gieën gingen zowel de experimentele als de controlegroep significant vooruit. De geconstateerde kennistoename lijkt echter niet te kunnen worden toegeschreven aan 10
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0