Nanke Dokter

Conclusies 205 meer aandacht behoefde. De studenten gaven aan kennis te hebben verworven over schooltaal en schooltaalstimulerende strategieën en te begrijpen wat het belang daarvan is tijdens de rekenles. Hoe ze bij de begeleiding tijdens de rekeninstructie schooltaalstimulerende strategieën konden inzetten, was voor een aantal studenten echter nog niet duidelijk. Als laatste werd in de evaluatie aan studenten gevraagd aan te geven hoe vaak ze bij de lessen aanwezig zijn geweest, hoe groot hun betrokkenheid was bij het aanbod en hoe ze het aanbod waardeerden. De gemiddelde score voor betrokkenheid was een 6.8, de studenten waardeerden de interventie gemiddeld met een 7.1. De betrokken- heid en waardering van de studenten varieerden. Een correlatieanalyse tussen deze gegevens en de scores op de stellingen uit de evaluatie liet zien dat studenten die sterker betrokken waren bij het aanbod of die het aanbod hoger waardeerden, meer effecten van de interventie ervoeren. Betrokkenheid en waardering correleerden signi- ficant met drie van de vier stellingen uit de evaluatie. Zowel een hogere betrokkenheid als een hogere waardering hing samen met meer kennis over schooltaal en over schooltaalstimulerende strategieën. Waardering hing daarnaast samen met het inzien van het belang van het inzetten van schooltaalstimulerende strategieën tijdens de rekenles. Hogere waardering correleerde significant met kennis over hoe het eigen handelen bij rekenen kon worden verbeterd. 10.4 Het leerproces van drie individuele studenten Slechts drie studenten hebben het onderwijsprogramma van de interventie nagenoeg geheel doorlopen zoals deze was bedoeld. Het leerproces en de resultaten van deze studenten werden in een casestudie nader geanalyseerd, ook op langere termijn. Bij twee studenten heeft de interventie geleid tot verandering van hun handelen op langere termijn en in een breder gebied dan alleen rekenen. Beide studenten waren door de interventie getriggerd om door te gaan met het leren toepassen van de schooltaal- stimulerende strategieën tijdens de rekenlessen in de stageklassen. In de rest van hun tweede jaar, nadat de interventie was afgesloten, werden ze hierbij geholpen door hun mentoren. In het derde jaar zetten ze deze praktijk individueel voort. In het vierde jaar gebruikten ze nog steeds allebei bewust schooltaalstimulerende strategieën; volgens een van de studenten was taalbewust lesgeven voor haar de basis van goed onderwijs. De derde student in de casestudie heeft later niets meer gedaan met de inhouden van de interventie: andere onderwerpen waren ervoor in de plaats gekomen. Ze vermoedde dat ze meer bewust met de strategieën bezig zou zijn geweest en gebleven als er tijdens de interventie langer en meer aandacht aan zou zijn besteed. Nu bleek ze de strategieën veelal onbewust in te zetten. Op basis van de data van de studenten en aan de hand van het model van integratieve professionele groei werd het leerproces van de drie studenten geanalyseerd. De twee studenten die aangaven zelfstandig verder te zijn gegaan, lieten beiden zien blijvende verbindingen te maken tussen alle vier de domeinen van het model door bewust te handelen en daarop te reflecteren. De student die niet verder gegaan was, verbond wel het externe domein met het persoonlijke 10

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0