Nanke Dokter

Bijlage 3 249 Bijlage 3 Didactische werkvormen met concretisering Didactische werkvorm Concretisering Organisatie Definitie: Met leerlingen praten over de randvoorwaarden die nodig zijn op dat moment. Kenmerken: – Klassikale context – Docentgestuurd – Focus op randvoorwaarden Bijvoorbeeld: waar in het boek kun je het vinden, wat moet je doen als je klaar bent, boeken uitdelen, orde houden, etc. Uitleg Definitie: Verduidelijken van de inhoud. Kenmerken: – Klassikale context – Docentgestuurd – Focus op inhoud Bijvoorbeeld: doceren, vertelling, demonstreren, filmmateriaal laten zien, etc. Taakevaluatie Definitie: Leraar en leerlingen interacteren met elkaar met als bedoeling om ervaringen, informatie of vragen uit te wisselen of om een betekenisonderhandeling aan te gaan. Kenmerken: – Individuele context – Gesprek als gelijkwaardigen – Focus op de inhoud van de taak Bijvoorbeeld: opdrachten bespreken uit het boek, praten over een opdracht op het bord, etc. Gesprek Definitie: Leraar en leerlingen interacteren met elkaar met als bedoeling om ervaringen, informatie of vragen uit te wisselen of om een betekenisonderhandeling aan te gaan. Kenmerken: – Individuele context – Gesprek als gelijkwaardigen – Focus op inbreng leerlingen Bijvoorbeeld: discussie, gesprekje, onderwijsleergesprek, vragen stellen, etc. Taakinstructie Definitie: De leraar geeft informatie over het proces en het doel van een taak die de leerlingen daarna gaan uitvoeren. Kenmerken: – Klassikale context – Docentgestuurd – Focus op doel en proces van taak Bijvoorbeeld: maak deze opdracht uit je werkboek, schrijf een tekst, bereken de som, etc. B

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0