Nanke Dokter

36 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen Kerndoel 23 ‘Wiskundetaal’ Taal voor het uitdrukken of benoemen van Concretisering (bijvoorbeeld) Redeneren door gebruik te kunnen maken van De telrij, plaatsen van getallen op de getallenlijn / in de telrij de kaartjesgetallenlijn en speelborden, tussen … en …; vóór/ná … taal om de tientallige wissel- structuur te benoemen en er over te redeneren (Vergelijking van) aantallen en groottes, gelijkheid van aantallen groot/klein, groter/kleiner, meer/minder, lang/kort, dichtbij, ver weg, … is …; … is evenveel/even groot als …; een volgend tiental taal om klassen van gelijk- waardige optellingen en verschillen aan te geven en er over te redeneren Het veranderen of vergelijken van hoeveel- heden en groottes, het vergelijken: >, < erbij, eraf, samen, verschil de ontwikkeling van taal voor verschillende aspecten van gelijkheid Figuren, meetkundige termen, meetkundige objecten en operaties vierkant, cirkel, rechthoek, driehoek, spiegelen, plattegrond, taal voor belangrijke eigenschappen Ruimtelijke relaties voor, achter, naast, bij, in de richting van, spiegelen, spiegelbeeld, dezelfde vorm (maar verschillend van grootte), gedraaid Verbanden het staafdiagram om gegevens overzichtelijk weer te geven gebruik van voorwaardelijke zinnen; taal voor belangrijke redeneerpatronen De hoofdbewerkingen: 1 optellingen, aftrekkingen en verschillen 2 producten (vermenigvuldigingen) 3 delen 4 pijlentaal m.b.t. erbij/eraf, los van een context 5 splitstabel voor getalsplitsingen 6 de symbolen: +, -, x, = 7 de termen bij de symbolen 8 de formele notaties 9 eigenschappen van bewerkingen taal om berekeningen te beoordelen Strategieën rijgen, aanvullen, splitsen; verdubbelen, halveren, eenmaal, meer/minder taal om processen weer te geven Geld het weergeven van bedragen in spreektaal en met geldnotatie, het benoemen van munten en biljetten Het verloop van de dag, tijd aanduiding van uren, minuten, datum, tijdsduur Dit begrippenkader is niet uitputtend, omdat het lastig is de vaktaal van rekenen/wis- kunde eenduidig te interpreteren. In de woorden van Ganesaligam (2013, p. 22): ‘Even if we were to restrict attention to lexemes which have become reasonably widespread in their respective domains, compiling a full lexicon of mathematical terms would take a lifetime’s work.’ Het begrippenkader uit Tabel 2.2 dient daarom enkel als richting-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0