Nanke Dokter

44 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen gebruikte schooltaal en de schooltaalstimulerende strategieën. Non-parametrische Spearman’s correlatieanalyse is gebruikt bij het onderzoeken van de samenhang tussen vooropleiding en aanvullende scholing en schooltaalstimulerend gedrag. Om te onderzoeken in hoeverre een correlatie tussen de achtergrondkenmerken leeftijd en jaren ervaring van invloed is bij het vaststellen van samenhang en schooltaalstimu- lerend gedrag, is een Pearson’s partiële correlatieanalyse uitgevoerd. Voor het analy- seren van de schrijftaak is gebruik gemaakt van een exploratieve factoranalyse met Varimax rotatie. Hiermee kon worden vastgesteld of schooltaalvaardigheid beschouwd kan worden als een construct. Op de kennistoets is een factoranalyse uitgevoerd om vast te stellen of de stellingen gegroepeerd konden worden op algemene kennis over schooltaal, didactische kennis over schooltaal en kennis over de kenmerken van schooltaal. Naast het onderzoeken van samenhang was ook het onderzoeken van verschillen bij het inzetten van schooltaalstimulerend gedrag van belang. Daarbij is gebruik gemaakt van T-tests, en Anova en Manova variantieanalyses. De T-test is gebruikt om te onderzoeken of de resultaten met betrekking tot de gebruikte didactische werk- vormen van de leraren in de groepen 3 en 4 konden worden samengenomen. Uit de resultaten bleek dat leraren in groep 3 en 4 niet significant verschillen van elkaar in het gebruik van didactische werkvormen tijdens de rekeninstructie. Op basis hiervan is ervoor gekozen om bij de verdere analyses de gegevens van de leraren van groep 3 en 4 samen te nemen. Om te onderzoeken of de drie verschillende expertgroepen significante verschillen lieten zien tussen de scores op kansrijkheid van schooltaal- stimulerend gedrag binnen een specifieke didactische werkvorm, werden een Anova- analyse met herhaalde metingen en Oblimin rotatie, en post-hoc analyses uitgevoerd. Om te onderzoeken of er significante verschillen waren bij het schooltaalaanbod van leraren tijdens de didactische werkvorm uitleg of gesprek en in groep 3 of 4 werd ook een Anova-analyse gebruikt. Een Manova-analyse werd gebruikt om significante ver- schillen in door de leraren gebruikte schooltaalstimulerende strategieën gericht op begrip of op productie, binnen de didactische werkvorm uitleg en gesprek en in groep 3 en 4, te onderzoeken. Ook bij het vaststellen van verschillen en interactie-effecten tussen de gerichtheid op begrip en productie van de leraren bij de gebruikte strategieën en de mate waarin de leraren strategieën gebruikten die meer power down of power up waren, werd gebruik gemaakt van een Manova-analyse. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden alle data-analyses uitgebreid beschreven in samenhang met de gevonden resultaten. In Tabel 2.5 staat een samenvattend over- zicht met daarin per deelvraag het onderwerp, de gehanteerde procedure en het instrument.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0