Nanke Dokter

Didactische werkvormen en schooltaal 49 helft van de experts de mogelijkheid voor het laten zien van strategieën die schooltaal- begrip stimuleren. De beste kans volgens de experts voor het vertonen van school- taalstimulerende strategieën gericht op begrip, bestaat bij de didactische werkvorm uitleg , gevolgd door taakevaluatie . De werkvormen die volgens de experts de hoogste kansen bieden voor het vertonen van strategieën gericht op schooltaalproductie van de leerlingen zijn taakevaluatie en gesprek . Als de scores van de experts voor strategieën die schooltaalbegrip stimuleren en de scores voor strategieën die schooltaalproductie stimuleren worden samengevoegd, wordt duidelijk dat taakevaluatie volgens de experts de beste mogelijkheden biedt. Ook gesprek geeft goede kansen. Taakinstructie geeft niet veel kansen, met name omdat de score voor het stimuleren van schooltaalproductie laag is: de leraar is vooral zelf aan het woord. Organisatie is volgens de experts de werkvorm met de minste kansen voor het laten zien van schooltaalstimulerende strategieën. Gepaarde T-testen lieten zien dat bij alle didactische werkvormen de scores voor de kans op het laten zien van schooltaalstimulerende strategieën gericht op schooltaal- begrip, significant verschilden van de scores voor strategieën gericht op schooltaal- productie. Bij uitleg , taakinstructie en organisatie waren de mogelijkheden voor het stimuleren van schooltaalbegrip significant hoger dan voor het stimuleren van school- taalproductie (respectievelijk t(32)=6.00, p=.000; t(32)=4.16, p=.000; t(32)=3.08, p=.004). Bij gesprek en taakevaluatie werden de kansen voor het stimuleren van schooltaalproductie significant hoger beoordeeld dan voor het stimuleren van school- taalbegrip (respectievelijk t(32)=-5.18, p=.000; t(32)=-3.67, p=.001). De experts zijn verbonden aan drie expertgebieden en de vraag was of de oordelen per expertisegebied verschillen. Bij het vergelijken van de scores van de drie expertgroepen (docenten Nederlandse taal, docenten rekenen/wiskunde, docenten onderwijskunde) kwam uit de variantieanalyse naar voren dat de verschillen tussen de drie expert- groepen klein waren. De groepen verschilden alleen significant in hun oordeel over het stimuleren van schooltaalproductie tijdens taakinstructie (F 2,30 =3.43, p=.046) en tijdens organisatie (F 2,30 =4.82, p=.015). Post hoc analyses lieten zien dat een significant hoger percentage van de docenten Nederlandse taal kansen zag voor het stimuleren van schooltaalbegrip tijdens de taakinstructie , dan van de docenten onderwijskunde (p=.034). Ook zag een significant hoger percentage van de docenten Nederlandse taal mogelijkheden voor het stimuleren van schooltaalbegrip tijdens organisatie , dan van de docenten rekenen/wiskunde (p=.019) en de docenten onderwijskunde (p=.045). Er werden geen andere significante verschillen gevonden; wel zag een hoger percentage docenten Nederlandse taal over het algemeen kansen voor schooltaalstimulering dan de docenten rekenen/wiskunde en de docenten onderwijskunde. Samengevat zijn de didactische werkvormen die gebruikt worden tijdens de reken- instructie volgens experts van invloed op de mogelijkheid om schooltaalstimulerende strategieën te laten zien. De beste mogelijkheden voor het inzetten van strategieën gericht op schooltaalbegrip zijn volgens de experts uitleg en taakevaluatie . De werk- vormen die de meeste kansen bieden voor het vertonen van strategieën gericht op 3

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0