Nanke Dokter

58 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen Vervolgens werd onderzocht in welke mate de kenmerken met elkaar samen- hangen, met als doel reductie van de elf kenmerken als er sprake zou zijn van hoge correlaties op een Pearson’s correlatietest. Hierbij is rekening gehouden met de ver- schillende taalniveaus waarop de samenhang zichtbaar was als kader bij het duiden van eventuele correlaties: de schooltaalkenmerken 1-5 bevinden zich op lexicaal niveau, 6-8 op grammaticaal niveau, 9-10 op tekstueel niveau en 11 bevindt zich op metalinguïstisch niveau. De niveaus zijn zichtbaar gemaakt in Tabel 4.2. Tabel 4.2 Pearson’s correlatiematrix van schooltaalkenmerken Niveau’s: L = Lexicaal / G = Grammaticaal / T = Tekstueel / M = Metalinguïstisch Schooltaalkenmerken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 L 1 Diversiteit 2 Infrequente woorden .42* 3 Vaktaalwoorden .14 .37 4 Inhoudswoorden .33 .11 .45* 5 Morfologisch complexe woorden .20 .63** -.04 -.06 G 6 Refereren aan tijd .39* .24 .50* .36 -.11 7 Refereren aan plaats .39* .06 -.24 .08 .10 -.13 8 Complexe samengestelde zinnen .52 ˟ .35 -.05 -.01 .18 -.08 .48* T 9 Complexe voegwoorden .63** .67** .12 .12 .52** .46* .09 .39* 10 Redeneren .23 .48* .25 .25 .15 .38* .02 .04 .58** M 11 Refereren aan schooltaal- register .01 -.13 -.18 -.18 -.01 .10 .28 .12 .28 .14 * p<.05, ** p<.01 Op basis van de correlaties in Tabel 4.2 is besloten de schooltaalkenmerken te redu- ceren tot vijf hoofdkenmerken. Deze komen gedeeltelijk overeen met de vier onder- scheiden taalniveaus. Veel schooltaalkenmerken van verschillende taalniveaus corre- leerden significant met het kenmerk diversiteit, wat betekent dat divers woordgebruik ( types ) gerelateerd is aan meerdere andere schooltaalkenmerken. Meerdere onder- zoeken gebruiken types als maat voor het vaststellen van lexicale diversiteit, een belang- rijk kenmerk van het schooltaalregister (Aarts et al., 2011; Demir-Vegter et al., 2014; Henrichs, 2010; Lagzhaoui, 2011; Scheele et al., 2012; Vermeer, 2000). Omdat dit ken- merk als enige expliciet verwijst naar divers woordgebruik en omdat het bij meerdere onderzoeken als aparte maat gehanteerd wordt, hebben we ervoor gekozen het als een apart hoofdkenmerk te beschouwen. Complexe voegwoorden correleerden hoog met de lexicale kenmerken diversiteit, infrequente woorden en morfologisch complexe woorden. In Hoofdstuk 1 is aangegeven dat complexe voegwoorden worden ingedeeld op tekstueel niveau; bij het reduceren van de kenmerken is ervoor gekozen complexe voegwoorden binnen dit tekstuele niveau te blijven gebruiken. Omdat het refereren aan het schooltaalregister nauwelijks bleek voor te komen en dit kenmerk niet correleerde met de andere schooltaalkenmerken, is ervoor gekozen het niet verder mee te nemen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0