Nanke Dokter

Inleiding 7 attitude en eigen vaardigheid met betrekking tot schooltaal bij het vertonen van school- taalstimulerend gedrag. Bij het onderzoek naar de effectiviteit van de interventie voor pabostudenten wordt gebruik gemaakt van het integratief model voor professionele groei van Clarke en Hollingsworth (2002). Dit empirisch gevalideerde model gaat ervan uit dat leraren tot professionele ontwikkeling kunnen komen als er in vier domeinen veranderingen plaatsvinden: het externe domein, het persoonlijke domein, het praktijk- domein en het domein van de gevolgen. De interventie past bij het externe domein en zal op basis van bewezen effectieve ontwerpprincipes (Desimone, 2009; Garet, Porter, Desimone, Birman & Sun Yoon, 2001; Kennedy, 2016; Van Veen, Zwart, Meirink & Verloop, 2010) worden ontwikkeld. Het inzetten van schooltaalstimulerende strate- gieën om het wiskundig denken te bevorderen staat centraal in het interventiepro- gramma. Door bewust te handelen en door te reflecteren op dat handelen worden volgens Clarke en Hollinsgworth (2002) verbindingen tot stand gebracht tussen de vier domeinen. Ook Gess-Newsome en Carlson (2013) en Van Driel, Beijaard en Verloop (2001) noemen de reflectie van studenten op hun onderwijskundig handelen in de stagepraktijk als belangrijk leermiddel. In het programma zullen daarom bewust handelen in de praktijk en daarop reflecteren kernhandelingen zijn. Videobeelden zijn daarbij een handig hulpmiddel. Door kritisch te kijken naar het eigen handelen in de praktijk op videobeelden, reflecteren studenten makkelijker en beter dan alleen op basis van enkel een bespreking van die praktijk (Nagro, DeBettencourt, Rosenberg, Carran & Weiss, 2017). De hoofdvraag van Deel 2 van dit onderzoek luidt daarom als volgt: Hoe kunnen aanstaande leraren basisonderwijs effectief worden opgeleid in het inzetten van schooltaalstimulerend gedrag tijdens de rekeninstructie? Wetenschappelijke en praktische relevantie In het eerste deel van dit onderzoek zal de theoretische karakterisering van het school- taalregister verder worden uitgewerkt. Daarnaast levert het onderzoek een empirische onderbouwing van wetenschappelijke theorieën rondom de didactisering van het stimuleren van schooltaalontwikkeling bij jonge leerlingen op de basisschool. Verder vormt het onderzoek een aanvulling op bestaand onderzoek naar de rol van de leraar bij het omgaan met taal tijdens de rekeninstructie op de basisschool. De wetenschap- pelijke relevantie van het tweede deel van dit onderzoek ligt in het uitbreiden van inzichten in effectief opleidingsonderwijs. De theorie over effectief opleidingsonderwijs en het gebruik van het model van integratieve professionele groei daarbij wordt door dit onderzoek empirisch verfijnd. Ook wordt in kaart gebracht in hoeverre de kennis en attitude van studenten op de opleiding met betrekking tot schooltaal verschillen van die van ervaren leraren. Deel 2 biedt daarmee een empirische fundering voor het professionaliseren van aanstaande leraren basisonderwijs op het gebied van school- taalstimulerend gedrag tijdens de rekeninstructie. De verbinding van Deel 1 met Deel 2 laat zien hoe bij het opleiden van leraren de beroepspraktijk een belangrijke rol speelt.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0