Nanke Dokter

Schooltaalontwikkeling stimuleren 75 waarbij de achtergrondkenmerken werden gerelateerd aan gerichtheid op power ( down of up ) tijdens uitleg of gesprek bleek dat de leeftijd van de leraar negatief significant samenhing met gerichtheid op power up strategieën tijdens uitleg (r=-.426, p=.03). Dat betekent dat hoe ouder de leraren waren, hoe minder vaak ze tijdens uitleg een strategie inzetten gericht op het veranderen van taal naar meer schooltaalkenmerken. De samenhang van vooropleiding met het aantal strategieën of de gerichtheid op power down of power up , werd onderzocht met een Spearman’s non-parametrische correlatie- test. Hieruit bleek dat vooropleiding geen significante samenhang liet zien met het aantal gebruikte schooltaalstimulerende strategieën of met de gerichtheid op power down of power up . 4.4 Samenhang tussen schooltaalaanbod en schooltaalstimulerende strategieën Nu onderzocht is wat de kenmerken van het schooltaalaanbod van de leraren zijn en welke schooltaalstimulerende strategieën door de leraren worden gebruikt tijdens de rekeninstructie aan groep 3 en 4 bij uitleg en gesprek , kan worden onderzocht of er samenhang is tussen het schooltaalaanbod en de gebruikte schooltaalstimulerende strategieën. De vraag die centraal staat in deze paragraaf is: 2e Welke samenhang is er tussen schooltaalaanbod en schooltaalstimulerende strategieën tijdens de klassikale rekeninstructie van leraren basisonderwijs in groep 3 en 4? Met het oog op een mogelijke samenhang tussen de vijf hoofdkenmerken van school- taal en de strategieën gericht op schooltaalbegrip en schooltaalproductie tijdens uitleg en gesprek , werd een Pearson’s correlatietest uitgevoerd. Daarbij komt één significant resultaat naar voren en één trend in de richting van significantie, beide bij gedrag gericht op schooltaalbegrip tijdens uitleg: lexicale complexiteit correleert significant met strategieën gericht op schooltaalbegrip (r=.534, p=.006). Het gebruik van veel infrequente en morfologisch complexe woorden hangt samen met strategieën die schooltaalbegrip stimuleren. Tekstuele complexiteit vertoont een trend in de richting van significantie met strategieën gericht op schooltaalbegrip tijdens uitleg (r=.395, p=.051). Verder zijn er geen significante samenhangen gevonden. Om de mogelijke samenhang te onderzoeken tussen de zes schooltaalstimulerende strategieën gericht op schooltaalbegrip en de twee in de eerste test significant correlerende hoofdken- merken van schooltaal (lexicale complexiteit en tekstuele complexiteit), werd een Pearson’s correlatietest uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat twee strategieën significant correleerden met het hoofdkenmerk lexicale complexiteit. Dat zijn de strategieën ‘hardopdenkend voordoen’ (r=.657, p=000) en ‘betekenis geven’ (r=487, p=.013). De strategie ‘visualiseren’ liet een trend zien in de richting van significantie met zowel lexicale complexiteit (r=354, p=.082) als tekstuele complexiteit (r=.382, p=.060). 4

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0