Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 85 Figuur 5.2 Voorbeeld van een tekst met score 4 Gelukkig is er de laatste jaren veel aandacht en inzet gegeven aan goed taalonderwijs. Goed taalonderwijs kunnen behouden en verder te verbeteren heeft de volgende aandachtspunten nodig: – goede taalvaardige leerkrachten; – voldoende effectieve leertijd; – kleinere klassen; – goede, moderne, verantwoorde taalmethode. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. In deze tekst komen in relatie tot de lengte van de tekst veel verschillende woorden voor. Er komen ook enkele infrequente of morfologisch complexe woorden voor, zoals ‘aandachtspunten’ of ‘geïnformeerd’, en er komen ook enkele vaktaalwoorden voor, zoals ‘effectieve leertijd’. De informatiedichtheid is gemiddeld; in alle zinnen wordt wel iets inhoudelijks beschreven. Er komen geen of weinig complexe samengestelde zin- nen voor. Ook is er geen samenhangende redeneerlijn aanwezig in de tekst. Deze tekst kreeg per kenmerk 1 punt bij lexicale diversiteit, lexicale complexiteit, lexicale specifici- teit en grammaticale complexiteit. Voor het kenmerk tekstuele complexiteit werden geen punten gegeven. Deze twee voorbeelden illustreren wat ook over het algemeen kon worden vast- gesteld: de leraren behaalden de hoogste score op lexicale diversiteit (gemiddelde score 1.89) en de laagste score op tekstuele complexiteit (gemiddelde score 1.15). Lexicale diversiteit en lexicale complexiteit waren in alle teksten zichtbaar. Of schooltaalvaardigheid beschouwd kan worden als een construct, is onderzocht door de samenhang tussen de vijf schooltaalkenmerken na te gaan door middel van een exploratieve factoranalyse met Varimaxrotatie (zie Tabel 5.5). Tabel 5.5 Uitkomsten factoranalyse op correlatie componenten van de schrijftest Factoren Componenten schooltaalvaardigheid 1 2 Lexicale diversiteit -.090 .898 Lexicale complexiteit .761 .326 Lexicale specificiteit .219 .731 Grammaticale complexiteit .836 -.358 Tekstuele complexiteit .895 .166 Uit de factoranalyse kwamen twee factoren naar voren: op factor 1 hadden alle variabelen rondom complexiteit een hoge lading (lexicale complexiteit, grammaticale complexiteit en tekstuele complexiteit) en op factor 2 de variabelen lexicale diversiteit en lexicale specificiteit. Er kunnen met andere woorden duidelijk twee verschillende dimensies worden onderscheiden in de eigen schooltaalvaardigheid van de leraren: een lexicaal rijke inhoud en wat vorm betreft complex taalgebruik. In het vervolg zullen 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0