Nanke Dokter

88 Stimuleren van schoolse taalvaardigheid bij rekenen de schooltaalkenmerken die gevonden zijn in de door de leraren geschreven teksten, is nader onderzocht door de jaren ervaring in groep 3 en 4 te correleren met de scores op de vijf schooltaalkenmerken in de schrijftest. De jaren ervaring in groep 3 en 4 corre- leren negatief met de kenmerken van vaardigheid/vorm. Twee correlaties met ken- merken ten aanzien van vaardigheid/vorm zijn negatief significant (grammaticale complexiteit: r=-.531, p=.005; tekstuele complexiteit: r=-.439, p=.025) en één correlatie vertoont een trend in de richting van negatieve significantie (lexicale complexiteit: r=-.372, p=.061). Dit betekent dat de teksten van de leraren met meer ervaring in groep 3 en 4 met name op zins- en abstractieniveau, minder complex zijn dan de teksten van de leraren met minder ervaring in groep 3 en 4. Samengevat is er weinig samenhang gevonden tussen de kennis, attitude en vaardig- heid van leraren met betrekking tot schooltaalstimulerend gedrag en hun achtergrond- en contextfactoren. Alleen de achtergrondkenmerken vooropleiding en jaren ervaring in groep 3 en 4 lieten samenhang zien met bepaalde leraarkenmerken. Leraren met een hogere vooropleiding vinden aandacht besteden aan taal tijdens de rekeninstructie minder belangrijk, ze vinden dat ze er zelf minder vaardig in zijn en ze vinden het iets minder leuk om te doen dan leraren met een lagere vooropleiding. Leraren met meer ervaring in groep 3 en 4 gebruiken minder complex taalaanbod tijdens de schrijftaak dan leraren met minder ervaring in die groepen. 5.3 De samenhang tussen leraarkenmerken en schooltaalstimulerend gedrag Nu de samenhang tussen de leraarkenmerken kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag, en de achtergrond- en contextfactoren van leraren in kaart is gebracht, zal worden onderzocht in hoeverre de leraarkenmerken samenhangen met het schooltaalstimulerend gedrag dat de leraar in de praktijk tijdens de rekeninstructie heeft laten zien tijdens de werkvormen uitleg en gesprek . In Paragraaf 5.3.1 wordt de samenhang tussen de leraarkenmerken kennis, attitude en vaardigheid met betrekking tot schooltaal en het schooltaalaanbod in de klas beschreven en in Paragraaf 5.3.2 de samenhang tussen deze leraarkenmerken en het gebruik van school- taalstimulerende strategieën in de klas. 5.3.1 De samenhang tussen leraarkenmerken en schooltaalaanbod De kenmerken van het schooltaalaanbod tijdens de rekeninstructie van leraren in groep 3 en 4 zijn geanalyseerd en beschreven in Hoofdstuk 4. Vijf hoofdkenmerken werden vastgesteld: lexicale diversiteit, lexicale complexiteit, lexicale specificiteit, gram- maticale complexiteit en tekstuele complexiteit. Om de samenhang vast te stellen tussen kennis, attitude, vaardigheid/vorm en vaardigheid/inhoud van leraren met be- trekking tot schooltaal en het schooltaalaanbod dat ze in de klas lieten zien, werd een Pearson’s correlatietest uitgevoerd. Daaruit bleek dat grammaticale complexiteit in het

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0