Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 91 De lesmethode kan bijvoorbeeld sturend zijn in het gedrag van de leraar. Dit blijkt uit onderstaand transcript uit een van de geobserveerde lessen. De les wordt gegeven in groep 3 in november. De leerlingen zitten vol van het feit dat Sinterklaas in het land is en in de introductie van de les is de leraar begonnen met het tellen van pepernoten. Vervolgens introduceert de leraar de opdracht uit het lesboek. Dat gaat als volgt. Transcript 5.1 Voorbeeld uit introductie les Want wij hadden het wel over Sinterklaas, maar het boek niet. Het boek vindt dat het tijd is om pizza te eten. En mama is al begonnen om de pizza klaar te maken. Maar mama wil wel dat de pizza’s gemaakt worden zoals zij het bedacht heeft. Helemaal niet zelf bedenken, je mag de pizza wel afmaken, maar alleen zoals mama het bedacht heeft. In dit transcript blijkt het rekenwerkboek leidend voor hoe de les verloopt en niet de actuele klassensituatie. Door specifieke casussen van individuele leraren te onder- zoeken, is getracht mogelijke verklaringen te vinden voor het geobserveerde gedrag. De invloed van de lesinhoud, de groep leerlingen, de taalvaardigheid van de leerlingen en de eigen stijl van de leraar zijn onderzocht door meer in detail het gedrag van specifieke leraren te vergelijken. In Paragraaf 5.4.1 worden casussen van drie leraren beschreven die in hun les dezelfde lesinhoud behandelden, waarbij twee leraren ook dezelfde lesboeken hanteer- den. De lesinhoud zou tot eenzelfde soort taalaanbod kunnen leiden en mogelijk zou die inhoud ook bepalend kunnen zijn voor het soort schooltaalstimulerende strate- gieën die de leraren inzetten om leerlingen tot begrip van die inhoud te krijgen. In Paragraaf 5.4.2 zijn de casussen beschreven van twee leraren die in een duobaan les- gaven aan dezelfde groep. Als de groep een bepalende factor is, zou deze situatie identiek schooltaalstimulerend gedrag bij de leraren kunnen oproepen. In Paragraaf 5.4.3 worden casussen beschreven van drie leraren die lesgaven aan groepen leerlingen die veel van elkaar verschilden: groepen met minder dan 20% en groepen met meer dan 80% leerlingen die een andere taal dan Nederlands als moedertaal hebben, hierna NT2-leerlingen (Nederlands als tweede taal) genoemd. In Paragraaf 5.4.4 worden twee lessen van een leraar beschreven. Hierin wordt nagegaan of het gedrag van de leraar wordt bepaald door de situatie, of dat verschillen kunnen worden toegeschreven aan de leraar zelf. De data zijn geanalyseerd op verschillen en overeenkomsten in het schooltaalaanbod in de klas, in het gebruik van schooltaalstimulerende strategieën, en – met uitzondering van de laatste leraar – in de scores van deze leraren op kennis, attitude en vaardigheid met betrekking tot schooltaal. Statistische bewerkingen zijn niet mogelijk op deze data in verband met de kleine aantallen. In totaal worden er negen verschillende leraren besproken in deze casestudies – in wat volgt aangeduid als leraar A tot en met leraar I. 5.4.1 Invloed van lesinhoud Drie leraren gaven een rekeninstructie over dezelfde lesinhoud, namelijk spiegelen. In deze lessen werd aan de leerlingen uitgelegd wat er bij rekenen wordt bedoeld met de 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0