Nanke Dokter

Kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaalstimulerend gedrag 95 Tabel 5.9 Aantal schooltaalstimulerende strategieën van drie leraren (A, B en C) met zelfde les- inhoud (per vier minuten) Power Uitleg Gesprek A B C A B C Aantal uitingen van de leerlingen ▼ ▲ 6 17 5 18 17 14 Schooltaal stimulerende strategieën gericht op begrip 1 Hardopdenkend voordoen ( modeling ) + 3 0 0 1 0 0 2 Betekenis geven (semantiseren) + 0 0 0 3 4 0 3 Verbeterd herhalen ( recasting ) + 3 6 2 2 2 2 4 Herhalen van eigen correct taalgebruik 1 2 1 0 0 4 5 Herformuleren van eigen taalgebruik + 0 2 5 1 2 2 6 Visualiseren + 3 1 1 0 3 0 Totaal 10 11 9 7 11 8 Schooltaal stimulerende strategieën gericht op productie 1 Vragen preciezer te formuleren + 1 0 1 0 4 0 2 Aanwijzingen geven + 0 0 1 0 1 0 3 Prikkelende opmerkingen maken + 0 1 0 0 0 0 4 Verbeterd herhalen van uiting van leerling + 0 3 1 1 1 2 5 Herhalen van correcte uiting van leerling 1 6 1 2 6 2 6 Herformuleren van uiting van leerling + 0 0 0 0 1 0 Totaal 2 10 4 3 13 4 Bij het analyseren van het gebruik van de schooltaalstimulerende strategieën door de drie leraren is te zien dat de leraren daarin weinig overeenkomsten vertonen. Leraar B is duidelijk meer gericht op schooltaalproductie van de leerlingen, zowel tijdens de werkvorm uitleg als tijdens gesprek , dan leraar A en C. Dit is ook zichtbaar in het aantal uitingen van de leerlingen tijdens de instructie. Het aantal uitingen van de leerlingen van leraar C, die zelf het begrip kort introduceert (vijf uitingen in de totale vier minuten uitgeschreven instructie) en van leraar A, die weinig ingaat op de uitingen van de leer- lingen (zes uitingen in de totale vier minuten uitgeschreven instructie) is lager dan het aantal uitingen van de leerlingen van leraar B die meer vraagt en meer gericht is op de taalproductie van de leerlingen (zeventien uitingen). Daarbij gebruikt leraar B vooral de strategie ‘herhalen van uiting van leerling’, een strategie die minder door de andere twee leraren wordt ingezet. Het aantal schooltaalstimulerende strategieën gericht op begrip dat door de drie leraren werd gebruikt, met name bij de uitleg , verschilde niet veel (negen, tien en elf keer). Er zijn wel veel verschillen in het soort strategieën dat gebruikt wordt: leraar A gebruikt tijdens uitleg ‘hardopdenkend voordoen’ drie keer, leraar B en C doen dit helemaal niet, terwijl leraar C vijf keer een eigen uiting ‘herformuleert’ wat leraar A helemaal niet en leraar B slechts twee keer laat zien. Leraar B, die meer op productie is gericht, gebruikt tijdens uitleg duidelijk meer power up (tien keer) dan power down (drie keer) strategieën, leraar A gebruikt ook wat vaker power up strategieën (zeven keer power up tegenover drie keer power down ) en bij leraar C is het andersom (vier keer power up tegenover zeven keer power down ). Bij de werkvorm gesprek is het strategieëngebruik anders: leraar A gebruikt dan even vaak een power up als een power down strategie (beide vier keer), leraar B gebruikt nu minder power up 5

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0