Daan Pieren

198 Appendix in grotere hoeveelheden aanwezig zijn in het bloed van oudere volwassenen vergeleken met jongere volwassenen. Net zoals wij bij T-cellen van muizen in hoofdstuk 2 ontdekten laten deze menselijke TIGIT + Helios + CD8 + T-cellen ook tragere activatie en verminderde celdeling zien over de tijd. Onze bevindingen in muizen is op deze manier dus uiteindelijk vertaald naar de mens en dit laat dus zien dat tragere kinetiek van T-cellen dus een algemeen kenmerk is van het effect van veroudering op T-cellen en niet alleen in muizen te vinden is. Onze bevindingen leiden naar de volgende belangrijke vraag: Zijn de veranderingen in de T-cel respons verantwoordelijk voor de verminderde bescherming door T-cellen tegen infectieziekten? Of onze bevindingen van vertraagde kinetiek van T-cellen ook plaatsvinden in het bloed gedurende een infectie is nog onbekend. Wel kan er over dit antwoord gespeculeerd worden. Tijdens een infectie is het bekend dat T-cellen geactiveerd raken en daardoor naar de lymfeklieren kunnen verplaatsen. De verplaatsing van T-cellen naar de lymfeklieren zorgt ervoor dat er nog meer cellen van het immuunsysteem kunnen vechten tegen de infectie. Deze stap is dan ook cruciaal om van de infectie af te komen. Wanneer de activatie en celdeling van T-cellen in het lichaam langzamer zou verlopen zoals wij hebben gezien in onze experimenten zou dit dus kunnen leiden tot een vertraging van een beschermende immuunrespons, met als mogelijk gevolg dat een virus zich sneller kan verspreiden. Op latere leeftijd nemen T-cellen met regulatoire kenmerken toe In de huidige literatuur wordt er verondersteld dat er een toename van afremmende Tregs plaatsvindt op latere leeftijd. Deze toename wordt vaak gezien als een van de oorzaken voor vatbaarheid voor infectieziekten, omdat deze Tregs de activatie en celdeling van andere T-cellen kunnen onderdrukken die juist tegen de ziekteverwekker moeten beschermen. Naast het bestuderen van T-cel responsen hebben wij ook naar deze Tregs gekeken. In hoofdstuk 2 zagen wij bijvoorbeeld dat oude muizen meer Tregs in hun milt hebben. Aangezien het bekend is dat Tregs de activatie en celdeling van andere T-cellen kunnen afremmen is onze observatie een teken dat er in oude muizen meer van dit soort afremming plaats zou kunnen vinden. Het gevolg van deze afremming zou kunnen zijn dat de reactie op een virus minder goed tot stand komt, omdat de Tregs deze reactie afremmen. In hoofdstuk 3 vonden wij interessant genoeg een zelfde toename van Tregs in muizen die DNA schade opbouwen. Van deze bevindingen uit beide hoofdstukken kunnen wij

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0