Maxime Verhoeven

236 Addendum in, dat de gewrichtsregio’s kan passeren (transmissie); is het gewricht ontstoken, dan passeert er minder licht en is de OST-score hoger. Binnen 5 minuten kan een niet medisch geschoolde medewerker een meting uitvoeren. Dit proefschrift, waarvan hoofdstuk 1 de inleiding is, bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft het evalueren van de effectiviteit en kosteneffectiviteit van verschillende behandelstrategieën van RA. Het tweede deel beschrijft onderzoek van monitoren van ziekteactiviteit van RA met behulp van de HandScan. Deel I: Evaluatie van effectiviteit & kosteneffectiviteit van verschillende ‘treat-to- target’- DMARD-strategieën bij patiënten met (pas gediagnosticeerde) RA. Verschillende onderzoeken hebben bij pas gediagnosticeerde RA-patiënten het effect van het starten met een intensieve ‘ treat-to-target’- behandelstrategie vergeleken met dat van het starten van de standaard ‘ treat-to-target’- behandelstrategie volgens de huidige richtlijnen (conventionele DMARD met of zonder GC-overbruggingstherapie). Hoofdstuk 2 beschrijft ons systematische literatuuronderzoek over dit onderwerp. Het laat zien dat intensievere strategieën (bijvoorbeeld met een bDMARD) effectiever zijn in vergelijking met een standaardstrategie met conventionele DMARD zonder GC overbruggingstherapie. Maar de intensievere strategieën zijn niet effectiever dan een standaardstrategie met een conventionele DMARD met een GC als overbruggingstherapie. De resultaten beschreven in hoofdstuk 2 bevestigen eerdere resultaten dat een GC zeer effectief is bij pas gediagnosticeerde RA-patiënten als kortdurende overbruggingstherapie. Maar prednison wordt niet alleen als overbruggingstherapie, maar ook wel langdurig gebruikt. Bij langdurig gebruik van prednison is gebleken dat het ontstaan van gewrichtsschade afgeremd kan worden, en het GC dus dezelfde werking heeft als een DMARD. Het doel van het onderzoek, beschreven in hoofdstuk 3 is om de effectiviteit van langduriger gebruik van een relatief lage dosering van prednison, gecombineerd met MTX (MTX+GC), te vergelijken met die van twee behandelstrategieën met de bDMARD tocilizumab (TCZ), één strategie met en één zonder MTX. Dit als eerste therapieën bij patiënten met pas gediagnosticeerde RA. De TCZ-strategieën resulteerden in betere DAS28(-gebaseerde) resultaten in vergelijking met MTX+GC. Een deel van dit effect is echter waarschijnlijk toe te schrijven aan het aspecifieke, extra verlagende effect van TCZ op de bloedbezinking, die een van de componenten van de DAS28 is. Er blijkt namelijk geen beter resultaat van de TCZ-strategieën, als evaluatie van het effect wordt verricht met ziekteactiviteit-scores, waarvan de bezinking geen deel uitmaakt. Ongeveer 30% van alle RA-patiënten heeft of te weinig effect van behandeling met MTX, of ervaart bijwerkingen ervan. Als we deze groep patiënten voor de start van de behandeling zouden kunnen identificeren, zouden we hen kunnen behandelen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0