Mylène Jansen
420 De positieve resultaten uit klinische studies hebben ertoe geleid dat kniedistractie ook buiten studieverband werd toegepast, in een beperkt aantal Nederlandse ziekenhuizen. Klinische data van deze patiënten is vergeleken met de voorheen behandelde studiepatiënten in hoofdstuk 6 . De patiënten waren vergelijkbaar tussen reguliere zorg en klinische studies wat betreft kenmerken zoals leeftijd en geslacht, wat betekent dat er vergelijkbare selectiecriteria voor de behandeling zijn gebruikt. Complicaties als gevolg van de behandeling verschilden ook niet tussen de groepen. Pengatinfecties kwamen het vaakst voor: ongeveer in 2 op de 3 patiënten. Vragenlijsten lieten ook in reguliere zorg significante en vergelijkbare verbeteringen in pijn, stijfheid en functie zien. Kniedistractie lijkt dus ook buiten studieverband een goede optie voor de behandeling van jongere patiënten met knieartrose. Aangezien patiënten tot dusver werden behandeldmet een apparaat (frame) dat niet specifiekwas ontworpen voor kniedistractie, is er een specifiek distractieframe ontwikkeld in samenwerking met patiënten, clinici en ingenieurs. Het doel was om een meer gebruiksvriendelijk frame te ontwikkelen dat makkelijker door de orthopedisch chirurg is te plaatsen en minder belastend is voor de patiënt. De gebruiksvriendelijkheid van dit nieuwe frame is onderzocht en vergeleken met het eerder gebruikte frame in hoofdstuk 7 . De operatietijd voor plaatsing van het frame was significant (~20%) korter met het specifieke distractieframe en pengatinfecties kwamen minder vaak voor dan bij het eerder gebruikte frame (bij 2 versus 3 op 4 patiënten). Vragenlijsten beantwoord door patiënten lieten zien dat het nieuwe frame minder belastend was (gebruiksvriendelijker) in een aantal categorieën, waaronder verzorging van de pennen. Daarmee draagt het nieuwe distractieframe bij aan het verder toepassen van kniedistractie als behandeling. Om de ervaring van patiënten tijdens kniedistractie verder te verbeteren en de behandeling minder belastend te maken, is in hoofdstuk 8 het gebruik van een speciale zalf (cadexomeer- jodium) om pengatinfecties te verminderen tijdens behandeling geëvalueerd. Alle patiënten die behandeld zijn met kniedistractie kregen een wondverzorgingsprotocol, en bij een deel van de patiënten hoorde hier het gebruik van cadexomeer-jodium zalf bij. Patiënten die deze zalf niet gebruikten, ervaarden 2 keer zoveel pengatinfecties en 5 keer zoveel ernstige infecties die moesten worden behandeld met meer dan één standaard kuur orale antibiotica. Het gebruik van cadexomeer-jodium zalf zorgde dus voor een significante vermindering in pengat- gerelateerde klachten, wat resulteert in verminderde behandelingslast en verdere verbetering van patiëntvriendelijkheid. Het zou daarom onderdeel moeten zijn van het standaard behandelprotocol. Een nieuwe prospectieve studie is gestart in verschillende ziekenhuizen en Nederland en België om de resultaten na kniedistractie met het gebruiksvriendelijke distractieframe te onderzoeken. In hoofdstuk 9 is een tussentijdse analyse van de resultaten na 1 jaar follow-up in deze studie Addendum
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0