Mylène Jansen

424 gewricht. Beide parameters leken af te nemen in het eerste jaar na de behandeling, vooral in de meer aangetaste delen, en deze verandering hield aan gedurende het tweede jaar. De algehele vorm van het bot veranderde ook: de twee bolvormige condylen aan het uiteinde van de femur (Figuur 1) werden meer convex (meer bol), terwijl de twee holle condylen aan het uiteinde van de tibia minder concaaf (minder hol) werden. Bij patiënten met knieartrose wordt vaak een tegenovergestelde verandering gezien. Deze veranderingen na kniedistractie, in de structuur en vorm van het bot, kunnen daarom duiden op een gedeeltelijke normalisatie van het door artrose aangetaste bot. Conclusie In dit proefschrift is een stap voorwaarts gezet met de klinische evaluatie van kniedistractie als behandeling voor relatief jonge patiënten met ernstige knieartrose en het beter begrijpen van de werkingsmechanismen achter deze behandeling. Kniedistractie kan zorgen voor langdurend klinisch profijt en kraakbeenregeneratie en een steeds meer patiëntvriendelijke implementatie in de reguliere zorg is mogelijk. De behandeling brengt een hermodellering teweeg waarbij het hele gewricht betrokken is. Veranderingen in bot, kraakbeen en synoviaal vocht worden gevolgd door algeheel herstel van het gewricht. Vervolgstudies zouden zich moeten focussen op een verdieping van het begrip van de mechanismen die door kniedistractie worden geïnduceerd, enerzijds om de selectie van patiënten voor deze behandeling te verbeteren en anderzijds ommet deze kennis nieuwe behandeltechnieken te ontwikkelen. Deze unieke populatie, die een sterke structurele en klinische respons laat zien, kan worden gebruikt om het begrip van verschillende karakteristieken en herstelprocessen bij artrose te begrijpen en te gebruiken voor verbetering van behandeling. Het zou tevens kunnen bijdragen aan een beter inzicht in verschillende groepen artrosepatiënten, waardoor er in de toekomst een betere patiëntselectie gemaakt zou kunnen worden voor diverse behandelingen, en klinische studies beter ontworpen zouden kunnen worden gericht op de juiste behandeling voor de juiste patiëntengroep. Uiteraard vergt ook dit eerst weer nieuwe stappen voorwaarts. Addendum

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0