Jeroen van de Pol

197 A Samenvatting In Hoofdstuk 5.1 beschrijven we een studie dat de focus legt op voorkeuren en ervaren belangrijkheid van het grote publiek voor diensten vanuit de openbare apotheek. Dit onderzoek werd verricht middels een online enquête onder 1500 leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg. Voor dit onderzoek hebben we ons speciaal gericht op de vragen die betrekking hadden op voorkeuren en ervaren belangrijkheid van openbare apotheekdiensten. In totaal hebben 516 panelleden de vragen rondom deze twee onderwerpen volledig beantwoord. Analyse van de resultaten toont aan dat de meerderheid een voorkeur heeft voor gemak boven FPZ bij openbare apotheekdiensten. Echter, deelnemers vonden het wel belangrijk dat openbaar apothekers FPZ aanbieden. Dit is hoogstwaarschijnlijk afkomstig vanuit een maatschappelijke beredenering, waarbij deelnemers de behoeften van anderen of mogelijk hun eigen toekomstige behoefte mee in overweging nemen. Deelnemers met een sterkere voorkeur voor FPZ dan gemak waren over het algemeen ouder en gebruikte meer medicijnen. Dit betekent dat het noodzakelijk is voor openbaar apothekers om zowel in de behoeften betreffende gemak te voorzien, maar tegelijkertijd ook FPZ moeten aanbieden. Openbaar apothekers met een relatief oudere patiëntenpopulatie met relatief veel geneesmiddelgebruik moeten meer FPZ aanbieden om aan de behoeften te voldoen. Hoofdstuk 5.2 gaat dieper in op de voorkeuren betreffende openbaar apotheekservices, maar legt de nadruk op voorkeuren voor meer geavanceerde services door chronische geneesmiddelgebruikers. Deze hebben mogelijk ook meer ervaringen met openbaar apotheken dan de onderzoekspopulatie van hoofdstuk 5.1 . Voor dit onderzoek is gebruik gemakt van een discrete choice experiment (DCE) met de nadruk op de latente klasse analyse. De vragenlijst waar de DCE onderdeel van is, is afgerond door 2462 panelleden. Het onderzoek identificeerde in totaal vier verschillende groepen op basis van voorkeuren. De eerste groep had een sterke voorkeur voor online dienstverlening, de tweede groep had niet een duidelijke voorkeur voor nieuwe diensten, de derde en vierde groep hadden een voorkeur voor verschillende FPZ gerelateerde diensten. De derde groep had een voorkeur voor het ter hand stellen van receptgeneesmiddelen voor kleine kwalen, zonder een recept van een arts. De vierde groep had een voorkeur voor point-of-care-testing (POCT) door de openbaar apotheker. Patiënten die apotheken bezoeken kunnen hiervoor uiteenlopende redenen hebben. In de dagelijkse praktijk zullen openbaar apothekers daarom zowel gemaks- als FPZ-diensten moeten aanbieden. De gevonden resultaten vanuit de verschillende hoofdstukken worden geplaatst binnen een breder perspectief. Hieruit voortvloeiend worden adviezen gegeven voor zowel openbaar apothekers en de beroepsgroep, alsook aan verschillende beleidsmakers. Dit komt voort uit verschillende factoren die van invloed zijn op de implementatie van FPZ in de dagelijkse praktijk. Deze worden besproken volgens het COM-B model. Het COM-B model is bruikbaar in het verkrijgen van inzichten in

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0