Gersten Jonker

Samenvatting in het Nederlands   217 A in Europa te vergelijken aangaande toetsings- en certificeringsprocedures (Hoofdstuk 6). Nationale vertegenwoordigers van alle lidstaten van de Union of European Medical Specialists/European Board of Anaesthesiology vulden een online questionnaire in met vragen in zowel open als gesloten format, leidend tot kwantitatieve en kwalitatieve data over de toetsings- en certificeringsprocedures. Niet alleen de duur van de opleiding varieert substantieel (mediaan 5 jaar, range 2.75 – 7), ook het aantal toetsinstrumenten loopt uiteen. De studie categoriseert Europese opleidingsprogramma’s volgens hun benadering van toetsing en certificering in een driehoekig model. Twee hoofd-oriëntaties waren aanwezig, die beiden hun oorsprong hebben in het traditionele meester-gezel model. Een had een onderliggende oriëntatie op kennis, met toetsing gericht op het zekerstellen van een adequaat kennisniveau, geëvalueerd middels een examen. De ander had een onderliggende procedurele oriëntatie, waarin de expertise van de aios wordt aangetoond met het voltooien van gespecificeerde aantallen procedures, getoetst middels een logboek. Landen binnen deze hoofd-oriëntaties vertoonden, in verschillende mate, de adoptie van elementen van een derde oriëntatie, te weten een competentiegerichte opleidingsaanpak. Het spectrum aan diversiteit en evolutie wordt grafisch weergegeven door de landen langs twee benen van een driehoek te positioneren. Alhoewel de UEMS/EBA opleidingsrichtlijnen van een procedurele naar een competentiegerichte oriëntatie zijn gegaan, verandert de opleiding in Europa met wisselende snelheid in de richting van competentiegericht opleiden. De beweging richting competentiegericht opleiden gaat gepaard met het gebruik van een groter aantal toetsinstrumenten om de uiteindelijke summatieve beslissing over de bekwaamheid van de aios te maken. Er is dus geen uniforme wijze van certificeren in Europa. De diversiteit in leerdoelen, toetsing en certificering bemoeilijkt een internationale vergelijking van training standaarden. Hoofdstuk 6 geeft een compleet overzicht van huidige toetsings- en certificeringsprocedures, maar adresseert niet de kwaliteit van die procedures. Hoofdstuk 7 behandelt de kwaliteit van de toetsings- en certificeringsprocedures in de opleiding tot anesthesioloog in Europa en beoogt de basis die ten grondslag ligt aan de certificeringsbeslissing te doorgronden. Het hoofdstuk is een korte rapportage – voorafgaand aan een complete publicatie – van een interviewstudie die een constructivistische Grounded theory benadering gebruikt. Het hoofdstuk focust zich