Gersten Jonker

218   Appendices op de vraag of degenen die certificeringsbeslissingen nemen vinden dat aios aan het eind van hun opleiding het competentieniveau van medisch specialist hebben bereikt, geframed als het toevertrouwen van de zorg voor hun geliefden. Deelnemers vormden een doelgericht sample van 26 anesthesiologen die direct betrokken zijn in het maken van certificeringsbeslissingen, met verschillende toetsings- en certificeringsprocedures zoals vastgesteld in Hoofdstuk 6. Dit onderzoek stelt verontrustend vast dat zij die dergelijke beslissingenmaken de vraag“Zou u uwgeliefden aan de aios die je certificeert toevertrouwen?” gelijkelijk bevestigend, twijfelend, of negatief beantwoordden. Sommige deelnemers bestempelden deze kwestie als de belangrijkste vraag rond certificering. Deelnemers gaven uitdrukking aan wisselende mate van vertrouwen in hun toetsingssysteem. Tien deelnemers onthulden dat ze aios hadden gecertificeerd die ze de ongesuperviseerde zorg voor hun geliefden niet zouden toevertrouwen, waarbij ze de schuld gaven aan een deficiënt toetsingssysteem, aan onmogelijkheden door wet- en regelgeving of aan prikkels om aios te laten slagen. Gebrekkige toetsings- en certificeringssystemen, die nalaten alle facetten van competentie mee te wegen, leiden tot “vals positieven”: gecertificeerd maar niet volledig competent. Hoofdstuk 8 begint met het onderstrepen van het belang van gerechtvaardigde besluiten om taken aan aios te delegeren vanwege kwaliteit van zorg, aansprakelijkheid van de supervisor en onderwijskundige gepastheid. Vervolgens beschrijft het de rol van competentiegericht opleiden, met haar focus op opleidings-uitkomsten, in het voldoen aan de eis van maatschappelijke verantwoording. Daaropvolgend beschrijft het hoofdstuk het EPA concept om competentiegericht opleiden in de anesthesiologie te operationaliseren en enkele problemen van competentiegericht opleiden te verhelpen door competenties te verbinden met essentiële taken in de klinische praktijk. Door de nadruk op observatie van klinisch functioneren kunnen EPAs behulpzaam zijn in het zichtbaar maken van voortgang van de aios. EPAs maken bewuste, geïnformeerde, gerechtvaardigde besluiten mogelijk over het delegeren van taken aan aios. Dientengevolge, hebben EPAs potentie om inzichtelijk te maken dat aios ten tijde van certificering de bekwaamheid hebben die de beroepsgroep, controlerende instanties en de maatschappij van hen verwachten. Tot besluit stelt het hoofdstuk een agenda op voor curriculumontwikkeling en onderzoek. De ontwikkeling van een op EPAs gebouwd curriculum begint met het bereiken van consensus over een set EPAs. Daarna wordt een gereedschapskist met toetsinstrumenten samengesteld voor robuuste beoordeling van het functioneren van de aios en onderbouwde bekwaamverklaringen. Beoordelaars behoeven training en kalibratie. Eenportfoliomoetwordengebouwddatbenaderbaar ismet learninganalytics technologie om voortgang weer te geven, aios en opleidingsinstituten te vergelijken

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0