103 RELATIONEEL ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF en baby hun contact herstellen en kwam het plezier in het contact terug24. Uit dit voorbeeld blijkt duidelijk dat de baby een gelijkwaardige partner is in de communicatie met moeder, zeker wat het nemen van initiatief betreft en dat een verstoring van de afstemming en communicatieflow niet onopgemerkt voorbijgaat25. In aanvulling op bovenstaande studie vroegen de onderzoekers aan dezelfde moeders in een vervolgstudie om hun tempo omlaag te brengen in het contact met hun baby, dus langzamer te gaan praten en langzamer te bewegen dan zij normaal gesproken gewend waren om te doen. Wanneer het de moeders lukten dan had dit direct een enorm effect op de reactie van de baby’s. De baby’s uitten meer vocalisaties gedurende langere periodes, daarnaast lachten de baby’s vaker. Over het algemeen bereikte het tweetal een hoger niveau van opwinding en affectiviteit dan hiervoor en konden baby’s deze piek langer vasthouden (Tronick et al., 1979). (Opzettelijke) verstoring van de natuurlijke afstemming tussen ouder en baby kan dus twee kanten op werken, zowel naar minder als naar meer contact. Het feit dat ouder en baby gezamenlijk kunnen zijn in timing, intensiteit of vorm lijkt een belangrijke factor te zijn in de uitwisseling van gevoelens en intenties. Ouders maken echter ook doelbewust gebruik van een vorm van afstemming die net niet helemaal gezamenlijk is. Ouders doen dit omdat ze de emoties van de baby een bepaalde kant op willen sturen. Stern noemt dat ‘tuning’. Een voorbeeld hiervan is een 8 maanden oude baby die matig geïnteresseerd schudt met een stoffen bal. De ouder ziet het en reageert met een intensiteit die groter is dan die van de baby, door meer kracht in de stem te gebruiken en met grotere gebaren te bewegen dan de baby. De reactie lijkt haast overdreven: ‘Ohhhhh, wat een mooie BAL heb jij daaaaaar!!!!!’ Het doel dat de ouder hiermee wil bereiken is het ‘oprekken’ van het opwindingsniveau van de baby en hem uitnodigen tot een groter bereik hiervan. De ouder wil de baby meenemen naar een hogere intensiteit en zo het spelplezier vergroten. Het omgekeerde kan ook gebeuren. Bijvoorbeeld bij een baby die hartverscheurend huilt waarbij het hele lijf gespannen is en de intensiteit van de stress groot is. Een ouder kan de baby troosten door opzettelijk een iets lagere intensiteit in te zetten, een vorm van onderstimulering. De ouder praat bijvoorbeeld net wat zachter dan het huilen van 24 Op YouTube is dit experiment te bekijken onder begeleidend commentaar van Dr. Tronick. Het is te vinden onder ‘Tronick still face experiment: https://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0’. 25 Een advies dat in de hulpverlening nogal eens gegeven wordt aan professionele opvoeders is om een neutrale houding aan te nemen jegens hulpvragers en niet te veel emoties te laten zien, ook wel affectief neutraal genoemd. Wat er feitelijk gebeurt is een verstoring van de communicatiestroom vanuit de gedachte dat het kind het delen van emoties niet aankan. De studie van Tronick et al., (1979) laat de belastende impact hiervan op de baby duidelijk zien. Volgens ons is het mogelijk om toch tot een vorm van afstemming en uitwisseling te komen, namelijk door gedragingen te matchen, waardoor de communicatiestroom niet verstoord wordt en de beide partners ook niet verstrikt raken in oplaaiende emoties. 1C
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw