Sonja Graafstal en Carine Heijligers

109 GEZAMENLIJKHEID EN ONDERSCHEID omlaaggaat, terwijl het eindresultaat is dat de hartslag van de baby nog steeds sneller is dan dat van de moeder (Feldman et al., 2011). Historisch overzicht Synchronisatie is van oudsher verbonden aan het domein van de fysica, de natuurwetenschappen. Het fenomeen is voor het eerst ontdekt en beschreven door Christiaan Huygens in 1665. Hij ontdekte dat wanneer twee slingerklokken opgehangen werden aan een gemeenschappelijke drager zoals een houten balk, dat deze na verloop van tijd in perfecte synchronie, in tegengestelde richting, heen en weer slingerden ongeacht hun uitgangspositie en dat het tikken van de klokken altijd gelijk was. Huygens ontdekte dat het geheim van dit fenomeen gelegen lag in de nauwelijks waarneembare trilling van de houten balk, ontstaan uit de bewegingen van de slingers van de klokken. Men ontdekte verder dat twee systemen met verschillende frequenties elkaar op sleeptouw kunnen nemen (entrainment) en tot een gezamenlijk ritme kunnen komen mits zij met elkaar verbonden zijn. Zoals uit het voorbeeld van Huygens al blijkt, hoeft synchronie niet per se te betekenen dat de bewegingen in dezelfde richting zijn. Een tegengestelde beweging van elkaar wordt ook synchroon genoemd. Bewegingen die in dezelfde richting zijn worden in-fase genoemd en tegengestelde bewegingen heten anti-fase bewegingen. De toepassing van de ontdekking van Huygens vond zijn weg eerst in de fabricage en verfijning van klokken en later in de radiocommunicatie en elektrotechniek zoals generatoren. Nu is een samenleving zonder deze toepassingen ervan ondenkbaar geworden. Ook in andere domeinen werd synchronie ontdekt. In 1729 ontdekte Jean-Jacques Dortous de Marain dat de blaadjes van de sperzieboonplant op en neer bewogen in het ritme van het daglicht (in Pikovsky et al., 2001). Uit een studie van Aschoff (1965) blijkt dat mensen, in volledige afwezigheid van aanwijzingen van het dag-en-nachtritme, over een eigen ritme beschikken van ruim 25 uur. Dit menselijk circadiaans ritme stemt zich in een natuurlijke omgeving af op het 24-uurs dag-en-nacht ritme van onze planeet. Vandaag de dag is bekend dat alle biologische systemen, van de meest eenvoudige tot de hoogst ontwikkelde, synchronisatieverschijnselen vertonen. Engelbert Kaempfer schreef al in 1680 over zijn observatie van een zwerm vuurvliegjes die tegelijkertijd lichtgaven en weer uitgingen steeds in een regelmatig patroon (Buck, 1938). Ook muskieten laten synchronisatiegedrag zien in hun vleugelslagen (Cator et al., 2009), net als zwermen vogels die in de kunstige formaties synchroon kunnen vliegen of scholen vissen die in hetzelfde ritmische patroon zwemmen en bewegen (Ward et al., 2002). Synchronie in systemen Al deze ogenschijnlijke los van elkaar staande ontdekkingen blijken niet willekeurig te zijn, maar kunnen ondergebracht worden in een samenhangend kader. Alle systemen, zowel biologische, mechanische, elektronische als chemische, hebben een eigen ritme 1D

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw