11 PROLOOG ook niet de beoogde voldoening. De idealistische plannen werden losgelaten en de aandacht richtte zich op het stabiliseren van het gezinsleven. Na een aantal jaren begon het toch weer te kriebelen en het gezin, met inmiddels drie zoons, besloot zich aan te melden als crisispleeggezin voor kinderen en jongeren die tijdelijk niet thuis konden wonen of acuut onderdak nodig hadden. Het zijn juist deze pleegkinderen geweest die de aanleiding vormden voor deze reis waarvan de afronding van het proefschrift een belangrijk hoogtepunt vormt. Sonja zegt hier zelf over: “Toen wij als gezin besloten om pleegkinderen een tijdelijk thuis te bieden en onderdak in crisissituaties had ik niet kunnen vermoeden dat juist zij de aanleiding zouden vormen voor dit promotietraject. Wij hebben hen met liefde in ons gezin opgenomen en naar ons vermogen gegeven wat er nodig was en toch merkte ik dat het soms niet genoeg was. Sommige pleegkinderen waren dermate beschadigd dat liefde, zorg en aandacht geven niet vanzelf leidden tot vertrouwen, wederkerigheid of vermindering van gedrag dat op zijn minst vreemd te noemen was. Wat bij mijn eigen kinderen vanzelf leek te gaan, was met de pleegkinderen een dagelijkse zoektocht naar de juiste benadering en afstemming. Hoe corrigeer je probleemgedrag? Hoe ontwikkel je een geweten bij een kind? Hoe ontstaat vertrouwen en verbinding? Hoe stimuleer je de eigenheid van het kind dat uit angst voor afwijzing besluit om alles goed en leuk te vinden wat jij zegt? Hoe weet ik of ik het kind op de juiste manier aanspreek? Al deze vragen stapelden zich op bij elk kind dat voor korte of langere tijd in ons gezin verbleef. Structuur bieden, duidelijk zijn, voorspelbaar en consequent, niet het kind veroordelen maar het gedrag, emotionele afstand bewaren, de raadgevingen van onze begeleiders boden wel enige houvast, maar gaven mij geen oplossing voor mijn grootste vraag: Hoe ontwikkel ik wederkerigheid met mijn pleegkinderen? Uit deze vraag volgt logischerwijs de vraag: Hoe ontwikkelt wederkerigheid zich in algemene zin tussen mensen? Met die vragen in mijn achterhoofd gaf ik mij op mijn 39e op voor een studie orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit, in de stille hoop binnen de wetenschap antwoorden te vinden”. In het eerste jaar van de studie kwam Sonja dankzij de lessen van Anna Bosman op het spoor van het boek ‘The Interpersonal World of the Infant’ van Daniel Stern. Dit boek bracht een ommekeer teweeg in haar kijk op ontwikkeling. Stern toonde aan de hand van tal van empirische studies aan dat baby’s en ouders wederkerigheid ontwikkelen, direct vanaf de geboorte. Baby’s blijken volledig toegerust ter wereld te komen om zowel contact te kunnen maken als om duidelijk te maken dat het genoeg geweest is. Dit was precies het antwoord waar zij naar op zoek was! Bijzonder! Maar als ouders en baby’s wederkerigheid op natuurlijke wijze en haast ‘als vanzelf’ ontwikkelen, wat kunnen wij dan van hen leren, zodat we het kunnen toepassen in P
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw