Sonja Graafstal en Carine Heijligers

115 GEZAMENLIJKHEID EN ONDERSCHEID baby, waarbij ze hun baby liefkozend aanraakten, streelden of kusten. Voor vaders gold dat een hoge mate van explorerend spel en fysieke contactspelletjes leidde tot de verhoogde afgifte van oxytocine. Dankzij de fysiologische verbinding in de baarmoeder tussen baby en moeder en de fysiologische processen die ook na de zwangerschap de verbinding ondersteunen, kunnen synchronisatieprocessen van gedragingen ontstaan. De mogelijkheden tot synchronisatie nemen gedurende het eerste jaar complexere vormen aan. Dit geldt zowel voor het soort gedrag als voor de emotionele lading van het gedrag. In een studie van Lavelli en Fogel (2005) zijn emotionele gezichtsuitdrukkingen geobserveerd van 16 pasgeboren baby’s in face-to-face interacties met de moeder tot aan de leeftijd van drie maanden. De eerste maand bestond het kijkgedrag van baby’s richting moeder vooral uit ‘neutrale aandacht’. Tijdens de 14 weken durende observatie ontwikkelden de emoties van het kijkgedrag zich van neutraal naar geconcentreerd, opgewonden en verbaasd. Hierbij werden emotionele uitdrukkingen zoals kirren, lachen en bewegen gecoördineerd met visuele aandacht en ontstonden er opeenvolgende patronen tussen ouder en kind van kirren, kijken en lachen. De lijn die we hier geschetst zien is er een die laat zien welke biologische vermogens en fysiologische processen het mogelijk maken om synchronie te herkennen en hoe dit synchronisatieprocessen ondersteunt. Deze processen beginnen bij eenvoudige bewegingen en worden complexer van aard naarmate de motorische en cognitieve vaardigheden zich ontwikkelen. Verklaringen voor synchronie Naast studies waarin het gevoel onderzocht werd dat gepaard gaat met synchronie zoals verbondenheid en gezamenlijkheid, zijn er ook verklaringen gezocht voor het verschijnsel om in synchronie met een ander te kunnen zijn. Wanneer we het voorbeeld van de klokken van Huygens in gedachten nemen, dan is de verklaring voor het ontstaan van synchronie de ‘balk’ die de klokken met elkaar verbindt. Zijn de klokken niet met elkaar verbonden dan ontstaat synchronie niet. Het is echter onduidelijk wat het medium is dat mensen met elkaar verbindt. Het is zeker dat neurotransmitters zoals oxytocine, betrokken zijn bij synchronisatieprocessen en bij het beloningssysteem van onze hersenen. Ze komen vrij bij lichaamsbeweging, bepaalde voedingsstoffen, verliefdheid en seks. In studies over synchronie wordt een verhoogde afgifte van neurotransmitters gerapporteerd. Zo wordt in de studie van Tarr et al. (2014) een voorbeeld gegeven van de rol van endorfine. Het blijkt dat wanneer mensen in groepsverband in synchronie op muziek dansen, de pijngrens van de mensen wordt verhoogd en pijn dus minder snel ervaren wordt. Daarnaast wordt ook de mate van plezier verhoogd en de groepsband versterkt. Dit alles gaat gepaard met een verhoogde afgifte van endorfine. Wat we hieruit kunnen afleiden 1D

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw