Sonja Graafstal en Carine Heijligers

129 BEWEGING ‘Ophouden, nu!’, schreeuwt Marja, die na de scheiding alleen voor de 5-jarige Joey en zijn jongere zusje Ashley zorgt. ‘Zet die computer uit, je moet naar school.’ Marja staat met de handen in de zij in de deuropening, ze heeft de kinderwagen met Ashley al buiten staan. Joey brult naar zijn moeder: ‘ik moet eerst dit level halen.’ Daar wil Marja niet op wachten, ze beent naar de meterkast en schakelt de stroom uit. Joey wordt woest, grist een doos met speelgoed uit de kast, smijt de inhoud op de grond, maait vervolgens tegen de vaas met bloemen die in stukken valt waarna hij stampend naar de bank rent en daar snikkend neervalt. Marja is razend en tiert: ‘Kijk nou eens wat je gedaan hebt!’ Ze schuift de scherven op een hoop, grijpt Joey bij zijn armen: ‘En nou opschieten en hou op met dat gejank.’ Inleiding Our nature lies in movement. Complete calm is death. Blaise Pascal (1640) In het vorige hoofdstuk zijn we ingegaan op het belang van gezamenlijkheid en onderscheid. Deze termen verwijzen naar observeerbare gedragingen, naar bewegingen van mensen die met elkaar in interactie zijn. In hoofdstuk 1a hebben we het begrip beweging als een van de pijlers van de methode genoemd. Bovendien noemen we de methode Beweging-als-houvast. Om die reden is het gepast een heel hoofdstuk te wijden aan beweging en de verschillende aspecten ervan te belichten. Beweging is vanzelfsprekend gebonden aan de motoriek van een organisme. Zonder motoriek is er geen beweging en zonder beweging is er geen verandering. Met de term motoriek wordt verwezen naar het geheel van bewegingen van een (levend) organisme. Het belang van dit hoofdstuk voor ontwikkeling kan niet genoeg benadrukt worden. De motoriek als onderzoekdomein is nog altijd een ondergeschoven kindje binnen de ontwikkelingspsychologie of zoals Rosenbaum (2005) het formuleerde: de motoriek is de ‘Assepoester van de psychologie’. Dit is een vreemde zaak volgens Adolph en Robinson (2015, zie pagina 146) omdat de motoriek de enige manier is om mentale activiteit in daadwerkelijke activiteit om te zetten. De motoriek gaat niet uitsluitend over spieractiviteit en gewrichten. Motorisch gedrag aanpassen aan de beperkingen van het lichaam en de omgeving vraagt om perceptie, planning, besluitvorming, leren en het ontdekken van nieuwe strategieën. Anders gezegd, motorische acties zijn principieel psychologisch of zoals Sheets-Johnstone het verwoordde: Beweging is de moeder van alle cognitie (2011, p. 118). Of zoals Adolph en Robinson (2015, pg 115) het stellen: de studie van de motorische ontwikkeling is feitelijk de studie van de ontwikkeling van gedrag. Het doel van dit hoofdstuk is meerledig. Eerst zullen we laten zien dat de motorische ontwikkeling, net als de psychologische, begrepen kan worden vanuit het perspectief 1E

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw