Sonja Graafstal en Carine Heijligers

139 BEWEGING Bewegingskwaliteiten Hoewel bewegingen autonoom kunnen starten, dat wil zeggen, zonder aanwijsbare aanleiding van buitenaf, worden de meeste bewegingen opgeroepen door sensorische prikkels vanuit de omgeving. Sensorische informatie is daarmee onlosmakelijk verbonden met de motoriek. In de cognitieve psychologie ook wel aangeduid met de zogenoemde perceptie-actie koppeling (e.g., Wagman & Miller, 2003) of in termen van Piaget, de sensomotoriek. Om te begrijpen hoe Beweging-als-houvast gebruik maakt van eigenschappen van de perceptie-actie koppeling, bespreken we twee kenmerken die informatie verschaffen over de beweging van de ander of een object, namelijk amodale waarneming en forms of vitality. Amodale waarneming Het menselijk lichaam kent een aantal zintuigen waarmee het organisme communiceert met de omgeving. De traditionele indeling van de zintuigen is gebaseerd op de indeling van Aristoteles: gezichtsvermogen (de ogen), gehoor (de oren), de smaakzin (de tong), de reukzin (de neus) en de tastzin (de huid).32 De eerste vier worden ook wel de speciale zintuigen genoemd. Sinds er meer kennis is over het menselijk lichaam wordt de huid, het grootste menselijke zintuig, ook beschouwd als een orgaan dat drie somatische zintuigen bevat die temperatuur, pijn, en druk registreren. Ten slotte erkent men ook nog de evenwichtszin en de proprioceptie als zintuigen. Zintuigen Gezichtsvermogen. Om te zien hebben de ogen licht nodig van een bepaalde golflengte dat wordt uitgezonden door een lichtbron (de zon of een lamp). Deze elektromagnetische straling reflecteert het licht van een object en activeert de staafjes en kegeltjes in het netvlies om deze informatie vervolgens door te geven aan de oogzenuw. De kleur van het licht wordt bepaald door de golflengte van de elektromagnetische straling. Het gezichtsvermogen is een zintuig dat kleurverschillen en lichtsterkte kan waarnemen. Gehoor. Om te horen is een geluidsbron nodig. Deze brengt de lucht in de omgeving in beweging, doordat er luchtdrukverschillen ontstaan die zich als een geluidsgolf door de lucht voortplanten. Zodra deze het trommelvlies in het oor bereiken wordt dit in beweging gebracht en wordt de informatie aan de gehoorzenuw doorgegeven waardoor de mens geluid ervaart. Geluid heeft, in tegenstelling tot licht, een medium nodig om zich voort te planten zoals lucht of water (licht verplaatst zich ook in een vacuüm). De 32 De eerste indeling van de zintuigen in de westerse wereld wordt toegeschreven aan Aristoteles. In ‘De Anima’, boek 2, hoofdstukken 6-12 (McKeon, 1947) onderscheidt hij gezichtsvermogen, gehoor, tast, smaak en reuk. De volgorde waarin de zintuigen worden beschreven, geeft ook de veronderstelde hiërarchie aan van het belang van de zintuigen voor de mens. De universele geldigheid van deze aanname wordt gefalsificeerd door een empirische studie van Majid et al. (2018). Hier maken we een iets aangepast onderscheid dat recht doet aan recente opvattingen over zintuigen. 1E

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw