Sonja Graafstal en Carine Heijligers

146 1E Beweging en emoties Alle mensen ervaren emoties ongeacht de cultuur of tijd waarin ze leven. Voor Charles Darwin (1872/1998) en Frans de Waal (2019/2019) is het onbetwistbaar dat ook dieren emoties hebben. Antonio Damasio (1999/2001) daarentegen is van mening dat de emoties van mensen bijzonder zijn. Hij veronderstelt dat alleen mensen door een zelfgevoel weet kunnen hebben van hun gevoelens. Hij beroept zich hier op bewustzijn, iets dat in zijn ogen uniek is voor mensen. Wij laten deze discussie voor wat het is en beperken ons tot de rol die emoties hebben in onze benadering van Beweging-alshouvast. Daarvoor kijken we eerst naar het onderscheid tussen emoties en gevoelens, vervolgens gaan we in op de alomtegenwoordigheid van emoties in ons leven om tenslotte de relatie te onderzoeken tussen emoties en beweging zoals die binnen Beweging-als-houvast vorm krijgt. Emoties en gevoelens Baby’s geven vanaf de geboorte uiting aan hun gemoedsgesteldheid. In de eerste maanden worden de basisemoties waaronder blijdschap, verdriet, verrassing, interesse, boosheid en angst zichtbaar (Izard et al., 1980) en herkennen baby’s deze in het gezicht van de ander (Montague & Walker-Andrews, 2001). Emoties zijn observeerbare, dus objectief vaststelbare reacties van het organismen op interne of externe prikkels. Ze zijn universeel, manifesteren zich in alle culturen op eenzelfde manier en kunnen uitermate precies beschreven worden in de wijze waarop welke aangezichtspieren zich spannen of ontspannen (Ekman, 2003). Gevoelens daarentegen verwijzen naar interne gewaarwordingen; ze zijn subjectief want niet waarneembaar voor een buitenstaander. Door de taal zijn we in staat de ander deelgenoot te maken van welke gevoelens we ervaren. Frans de Waal (2019/2019, p. 12) omschrijft het verschil tussen emoties en gevoelens als volgt: “We tonen onze emoties, maar we praten over onze gevoelens” (zie ook Damasio, 2003/2003). In onze maatschappij worden we geacht onze emoties tot op zekere hoogte de baas te zijn. Het adequaat kunnen uiten en omgaan met emoties wordt emotieregulatie genoemd40. De hulpverlening heeft nogal eens te maken met wat ‘emotieregulatieproblemen’ wordt genoemd. Dat wil zeggen dat hulpvragers minder goed met negatieve emoties zoals boosheid en agressie kunnen omgaan. Omdat emoties altijd aanwezig zijn en nogal eens voor onplezierige en soms ronduit gevaarlijke situaties kunnen zorgen is de hulpverlening erop gericht negatieve emoties om te buigen of te doen afzwakken door bijvoorbeeld een time-out. Hoewel afzondering kan helpen leidt het meestal niet tot een blijvende verandering. 40 Butler (2011, 2015) bespreekt in haar review de interpersoonlijke dynamiek van emoties waarbij het theoretisch uitgangspunt de complexe systeemtheorie is. Zij laat zien dat emoties, emoties oproepen op dezelfde manier als beweging, beweging oproept (zie hoofdstukken 1b en 4a)

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw