Sonja Graafstal en Carine Heijligers

147 BEWEGING Er wordt soms ook geprobeerd om de ander ervan te overtuigen dat haar of zijn emoties overdreven zijn. Meestal werken zogenaamde kalmerende uitspraken als ‘Je hoeft echt niet zo boos te zijn’ als olie op het vuur. Uiteraard, voor mensen die kunnen reflecteren op hun emoties (of misschien beter gevoelens) kunnen adviezen helpen door eerst tot tien te tellen of diep adem te halen, maar voor hulpvragers die niet over deze cognitieve vaardigheid beschikken is dit ook geen oplossing. Beweging-als-houvast richt zich niet primair op ‘praten over gevoelens’. Gevoelens moeten via taal gecommuniceerd worden en dat is precies waar hulpvragers, waar wij mee te maken hebben, nogal eens moeite mee hebben. Dat er sprake kan zijn van (oplopende) emoties is bijvoorbeeld aan de intensiteit, de vorm of de snelheid van een beweging waar te nemen. Deze beweging geeft vervolgens mogelijkheden om tot emotieregulatie te komen in de relatie met de ander, waarover later meer. Fysiognomische waarneming Dat het emotionele niet beperkt blijft tot mensen (of dieren) werd op fraaie wijze geïllustreerd door de Oostenrijks-Amerikaanse psycholoog Heinz Werner (1890-1964). Hij toonde op diverse manieren aan dat organismen en objecten in de wereld niet louter gezien worden als geometrisch-technische vormen met specifieke onderdelen. Ze worden even zo goed ervaren als dynamische, bewegende patronen. Zo is een hond (voorbeeld van Werner, 1948, p. 69) iets dat bijt en blaft en een bed is de plaats om te gaan liggen. Dit geeft aan dat de eerste ervaringen met de omringende wereld die van de beweging is. Iedereen kent wel het fenomeen dat jonge kinderen menselijke ervaringen toekennen aan objecten. Zo heeft de tafel pijn als iemand er een harde klap opgeeft of is een omgevallen kopje heel erg moe. Het toekennen van menselijke ervaringen aan objecten (of dieren) noemt Werner fysiognomische perceptie of waarneming.41 Fysiognomische waarneming betekent letterlijk dat mensen in staat zijn om de emoties van mensen uit het gelaat of gezicht af te leiden. Daar blijken baby’s inderdaad vanaf de geboorte toe in staat. Ze kunnen de categoriale affecten of basisemoties, blij, boos, angstig, verdrietig, etc. van elkaar onderscheiden (e.g., Montague & Walker-Andrews, 2001). Belangrijk voor ons is dat emoties niet gebonden lijken te zijn aan één modaliteit of zintuig. Mensen laten boosheid zien in stem, gelaat, en beweging. Nog interessanter is dat ook volwassenen emoties of gevoelens toekennen aan niet-levende objecten. Dit is zichtbaar in Afbeelding 1e.3. Zo wordt het eerste lijntje door velen ervaren als boosheid, terwijl het tweede lijntje verdriet en het derde vrolijkheid of blijheid representeert. 41 Fysiognomie is gelaatskunde. Het woord is een combinatie van Fysio = natuur + gnomos = beoordelaar. 1E

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw