Sonja Graafstal en Carine Heijligers

169 HULPVERLENINGSPROCES De tips die Marja bij de opvoedingsondersteuning gekregen heeft helpen niet langer bij de opvoeding van de 9-jarige Joey en de 5-jarige Ashley. Marja deelt haar wanhoop opnieuw met de praktijkondersteuner. Deze verwijst haar naar de gemeente voor hulp in de thuissituatie. Esther, de gezinsbegeleidster, komt wekelijks in het gezin om Marja te adviseren over de opvoeding van Joey. ‘Ik wil dat hij naar mij luistert en niet voortdurend zijn eigen gang gaat.’, zegt Marja. Esther stelt voor om een aantal regels af te spreken. Zo wil Marja dat Joey niet meer dan een uur per dag gamet op zijn spelcomputer. ‘Mee eens?’, vraagt Esther. Joey, die het gesprek na tien minuten al zat is, knikt ja en haalt zijn schouders op. Methodisch handelen In dit hoofdstuk staan we stil bij de toepassing van Beweging-als-houvast in de praktijk van de hulpverlening. Welke stappen worden er achtereenvolgens gezet en op welke manier is dit handelen methodisch te verantwoorden? We gebruiken hiervoor de regulatieve cyclus van Van Strien (1986). De term regulatief betekent dat de cyclus gericht is op het nemen van beslissingen en het uitvoeren daarvan. Deze beslissingen concentreren zich rond een specifieke situatie of individuele casus zoals de hulpgever-hulpvrager relatie. De cyclus is handelingsgericht en zeer geschikt als leidraad in n = 1 studies waarbij de unieke, specifieke situatie vraagt om unieke en toegepaste beslissingen. Daarnaast omvat de cyclus een duidelijke structuur voor het proces van de hulpverlening die doorlopen wordt. Want hoewel elke casus uniek is en om toegepaste beslissingen vraagt worden in iedere casus de volgende fasen herhaaldelijk doorlopen: probleemstelling, diagnose, plan, ingreep, evaluatie. In plaats van deze terminologie hanteren wij hiervoor de termen probleemstelling, gedragsanalyse, hulpverleningsplan, beïnvloeding en resultaten, hetgeen we toelichten in de betreffende paragraaf. Probleemstelling Een hulpvrager die aangemeld wordt voor hulpverlening heeft over het algemeen problemen op sociaal gebied. Dit kunnen problemen zijn in bijvoorbeeld communicatie, samenwerking en ego-ontwikkeling. Ook cognitieve aspecten kunnen een rol spelen zoals de aandacht bij een taakje kunnen houden, concentratie, planning en structuur. Deze problemen zijn zichtbaar in de thuissituatie, op school en/of op een leefgroep. Hoewel deze problemen zeer uiteenlopend van aard zijn kenmerkt de problematiek van vrijwel alle hulpvragers waar Beweging-als-houvast mee te maken heeft zich door problemen in wederkerigheid in relaties. Dit uit zich bijvoorbeeld in gedrag dat door de omgeving als zelfbepalend wordt ervaren zoals moeite met samenwerken en 2B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw