Sonja Graafstal en Carine Heijligers

171 HULPVERLENINGSPROCES Een wederkerige relatie wil zeggen dat er sprake is van gezamenlijke en onderscheidende momenten. Deze duiding van de balans is normatief, want er bestaat geen ijkpunt als een ‘standaardbalans’ of ‘ideale’ balans. Wel is het zo dat gezamenlijke momenten verwijzen naar (het gevoel van) verbinding en onderscheidende momenten naar de autonomie van de partners, zie hoofdstuk 1a, en beiden zijn nodig voor een gezonde ontwikkeling van het zelf. In plaats van de normativiteit als een belemmering te zien om te komen tot een duiding van de balans maken we hier expliciet gebruik van door de subjectieve ervaring van de hulpgever mee te nemen in de analyse. We komen hier in de paragraaf ‘de hulpgever als instrument’ op terug. Proces volgen en leiden We hebben in hoofdstuk 1d duidelijk gemaakt dat het kwalificeren van de mate van synchronie (of gezamenlijkheid) nog geen inzicht geeft in het proces van beide personen. Volgens Tronick (1989) is juist het interactieproces belangrijk, omdat uit dit proces kan worden afgeleid hoe de dyade omgaat met mismatches en het herstellen ervan. Daarom wordt er in de analyse die uitgevoerd wordt ook gekeken naar de beweging in het proces tussen beide personen. De analyse gaat dan over het gedrag van volgen en leiden tussen beide personen. Wie neemt het initiatief50 en wie volgt de ander en is hier een patroon in te herkennen? Onder een wederkerige relatie verstaan we dat beide personen initiatief nemen en ook dat ze elkaar volgen. Hulpverleningsplan Bewegingsschema als instrument Met behulp van een bewegingsschema worden de bewegingskenmerken ten opzichte van elkaar in kaart gebracht en daarmee het interactiepatroon dat zich tussen beiden afspeelt. De analyse beslaat een minuut van het totale filmfragment. In de praktijk blijkt dat een minuut voldoende informatie oplevert voor een volgende stap in de hulpverlening51. Daarnaast vindt er altijd een gesprek plaats over de analyse met de betreffende hulpgever om in een gesprek te achterhalen of deze analyse en het geobserveerde patroon representatief is voor het hele contact. Indien nodig kunnen meerdere filmfragmenten bekeken worden om te zien of het waargenomen patroon zich inderdaad herhaalt. De bevindingen van de analyse worden in een observatieschema ondergebracht. Voor een voorbeeld van een dergelijk observatieschema verwijzen we de lezer naar Schema 2b.1 in de Bijlage van dit hoofdstuk. 50 Onder initiatief verstaan we elke nieuwe beweging die door een persoon gemaakt wordt. Wanneer twee personen bijvoorbeeld aan het tekenen zijn en een persoon kijkt op om de ander aan te kijken dan is deze beweging van aankijken een initiatief. Vervolgens wordt er gekeken of de ander deze beweging volgt en ook opkijkt en de ander aankijkt. 51 Volgens de complexe systeemtheorie is de gemeenschappelijke basis van levende en niet-levende systemen de eigenschap van herhalende patronen binnen een bepaald tijdsinterval met kleine variaties hierop. Over het algemeen is een patroon dat geobserveerd wordt binnen een minuut ook op andere momenten in de filmopname zichtbaar. Wij verwijzen voor meer uitleg hierover naar hoofdstuk 2c. 2B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw