Sonja Graafstal en Carine Heijligers

175 HULPVERLENINGSPROCES komt terug bij de beslagkom. Vader en Myra maken gebruik van het vermogen van de kinderen om de beweging van de ander te volgen en zo tot een gezamenlijke activiteit te komen. Snelheid Bij het bewegingskenmerk snelheid worden het tempo en de opeenvolging van bewegingen, klanken en pauzes van personen geanalyseerd. Het bewegingskenmerk snelheid wordt onderverdeeld in twee domeinen: De snelheid van bewegen en vocaliseren. Hoe snel beweegt en/of spreekt de een ten opzichte van de ander. Een voorbeeld van snelheid is: persoon A beweegt sneller of even snel of langzamer met het potlood over het papier dan persoon B. De duur van bewegen en vocaliseren. Hoe lang beweegt en/of praat de een aangesloten ten opzichte van de ander. Een voorbeeld van duur is: de periode waarin persoon A bezig is met een activiteit is korter dan die van persoon B. Daarnaast heeft persoon A langere pauzes dan persoon B. Terwijl persoon B voornamelijk onafgebroken tekent en enkel stopt om van potlood te wisselen, tekent persoon A een paar strepen waarna ze naar haar tekening kijkt en vervolgens weer een stukje tekent en daarna weer naar haar tekening kijkt. In dit voorbeeld is het verschil in snelheid te zien tussen beide personen. Beïnvloeding snelheid Ook hier geven we twee voorbeelden van beïnvloeding maar nu met het bewegingskenmerk snelheid. De ouder-kind interactie betreft een vader met zijn vijfjarige zoon. In het andere voorbeeld staat de interactie tussen Maaike de hulpgever en de 14-jarige Boy centraal. Ook hier gaat het om de overeenkomst in de onderliggende interactiestructuur terwijl de activiteit leeftijdsadequaat is. Kevin van vijf wil graag naar de speeltuin en loopt samen met vader naar buiten richting de speeltuin. Halverwege versnelt Kevin zijn looptempo tot hij rennend voor vader uit draaft. Vader kan natuurlijk roepen en vragen om te wachten, in de hoop dat Kevin wacht. Maar in dit geval besluit vader zijn snelheid te vergroten tot hij naast Kevin rent. Vervolgens vertraagt vader zijn snelheid, tot hij van rennen weer overgegaan is naar lopen. Kevin gaat vervolgens ook langzamer lopen en samen lopen ze nu naar de speeltuin. Maaike, de beroepsopvoeder wil na de maaltijd een gesprekje met Boy hebben over wat hij die middag wil gaan doen. Ze stelt een aantal vragen hierover, wacht dan twee seconden en herhaalt haar vragen. Boy geeft geen antwoord en kijkt naar beneden. Kees, een andere beroepsopvoeder heeft in de gaten wat het probleem is en stelt één vraag en wacht vervolgens tien seconden op 2B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw