Sonja Graafstal en Carine Heijligers

181 HULPVERLENINGSPROCES hij gekke geluidjes met zijn mond. Langzamerhand verandert Kees het ritme naar langzamer en dan weer sneller. Maikel volgt het ritme van Kees en samen vormen ze nu een duo. Als Maikel versnelt, dan volgt Kees en zo creëren ze een grappig muziekstuk. Dan gaat Kees steeds zachter en zachter geluiden maken en Maikel volgt hem door ook steeds zachter te tikken. Tot het nog nauwelijks hoorbaar is. Ze kijken elkaar aan en vervolgens zegt Kees met zijn gewone stem: ‘ben jij al klaar met je tekening? Zullen we de tekenspullen opruimen en buiten gaan voetballen?’ Maikel lacht en knikt en verzamelt de potloden om ze in de doos te doen. Daarna lopen ze naar buiten. Samengevat. Een voorbeeld zoals die van Lisa en moeder is meermalen in hoofdstuk 1d naar voren gebracht. Moeder en Lisa wisselen plezier uit door ritme en geluid te matchen. We hebben dankzij Trevarthen gezien dat geluid met name communicatief is wanneer dit in een gezamenlijk ritme gebeurt. Dat is ook te zien in het voorbeeld van Maikel en Kees. De activiteit ‘tekenen’ verandert in een muziekstuk, waarbij zij beurtelings het voortouw nemen in volgen en leiden. Het is de structuur die ook gebruikt wordt in gespreksvoering. Maikel ervaart hoe er naar hem geluisterd wordt en hoe hij naar de ander kan luisteren, terwijl er niet gesproken wordt. Resultaat en evaluatie Het cyclische proces herhaalt zich direct na de laatste stap. Er wordt gekeken of het de hulpgever gelukt is om het eigen bewegingspatroon aan te passen volgens plan en of de verandering effect heeft op de bewegingen van de hulpvrager. In de regulatieve cyclus van Van Strien wordt dit terecht de fase van de evaluatie genoemd, aangezien in een evaluatie naar het resultaat van de interventie wordt gekeken en tegelijk wordt gereflecteerd op een nieuwe stap of een aanpassing ervan. In de casushoofdstukken zullen we echter gebruik maken van de term ‘resultaten’, vanwege de wetenschappelijke focus in dit proefschrift. 2B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw