Sonja Graafstal en Carine Heijligers

182 2B Bijlage: Toepassing casus Koen Aan de hand van een fictieve casus van de 15-jarige Koen laten we zien hoe een hulpverleningsproces vanaf het moment van een gedragsanalyse kan verlopen. De gedragsanalyse is gebaseerd op een video-opname van de eerste ontmoeting tussen Koen en hulpgever Iris. Voor het bijbehorende analyseschema verwijzen we naar Schema 2b.1. Koen komt de therapieruimte binnen. Iris, staat bij de deur en begroet hem: ‘Hallo Koen, hoe is het met je jongen.’ Koen kijkt de ruimte in, humt wat onverstaanbaars en loopt op een stoel af die in de ruimte staat, gaat er onderuitgezakt op zitten en legt zijn benen op tafel. Iris zet een paar passen zodat ze voor Koen staat en vraagt: ‘Wil je wat drinken en haal je even de benen van tafel?’ Koen beweegt zijn hoofd wat op en neer en tilt één schouder kort even op en mompelt: ‘Okay.’ Iris loopt richting de kraan, Koen staat op en schopt tegen een balletje dat in de ruimte ligt en raakt daarmee de arm van Iris. ‘Raak!’ zegt Koen. Iris draait zich richting Koen: ‘Dit lijkt me niet de bedoeling, geef het balletje maar aan mij.’ Ze vervolgt met de vraag: ‘Wat wil je drinken: Water, ranja of thee?’…. ‘Uh, water doe maar,’ zegt hij. Iris draait zich om en loopt weer verder richting de kraan terwijl Koen nog een keer tegen het balletje schopt. Het balletje rolt haar kant op, ze bukt en pakt het van de grond. Koen verandert zijn richting, loopt naar de werkbank pakt een stuk hout en draait dit tussen de werkbank vast. ‘Had ik gezegd dat je daaraan mocht komen?’ zegt Iris, terwijl zij een glas met water vult. ‘Als ik hier niks mag dan hou je water maar.’ Koen loopt met een stevige pas naar de deur en is er sneller dan Iris die hem terugroept, maar Koen is al niet meer te zien. Gedragsanalyse In de kolom ‘gezamenlijk’ staat een samenvatting van wat er aan gezamenlijke momenten gedurende een minuut is waargenomen. Ditzelfde geldt voor de kolom ‘onderscheidend’. In de kolom ‘interactie’ worden voorbeelden gegeven van interacties waarin volgen en leiden zichtbaar is. Dit kunnen enkele momenten zijn. Het is niet nodig dat de volledige minuut in deze kolom wordt uitgewerkt. Uit de analyse van Schema 2b.1 en het gesprek met Iris blijkt dat er meer onderscheidende dan gezamenlijke bewegingskenmerken aanwezig zijn in de relatie tussen haar en Koen en dat de balans uitslaat naar onderscheid en de momenten van gezamenlijkheid zijn in de minderheid. Iris herkent dat ook, zij voelde zich niet gezien en gehoord door Koen. Er zijn wel momenten dat zij gezamenlijk zijn, want ze praten allebei over het drinken van Koen. Ook vergroten ze op eenzelfde moment hun afstand ten opzichte van elkaar en een enkele keer is hun fysieke richting gelijk, namelijk naar elkaar.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw