Sonja Graafstal en Carine Heijligers

184 2B op een werkervaringsplek. We verwijzen de lezer naar de casushoofdstukken voor de toepassing en concrete uitwerking van dit cyclische proces. Schema 2b.1 Bewegingsanalyse van Koen (K) en Hulpgever Iris (I) Gezamenlijk Onderscheidend Volgen/leiden RICHTING: fysieke richting onderwerp: verbaal activiteit tijd/plaats Fysieke richting: K en I zijn met hoofd en romp gericht op elkaar. Onderwerp verbaal: beiden praten over of K iets wil drinken en zo ja wat. Tijd: ze praten over wat er in het hier en nu gebeurt en wat er zichtbaar is in de ruimte. Fysieke richting: I loopt richting de kraan en K richting een balletje, de werkbank naar de deur en daarbuiten. K heeft meer fysieke richtingen dan I. Onderwerp activiteit: K heeft onderwerp balletje schoppen en de werkbank. I heeft onderwerp drinken maken. K heeft meer onderwerpen. K loopt richting de deur, waarna I ook richting de deur loopt. I volgt K. I vraagt nogmaals wat K wil drinken, waarna K antwoordt ‘water’. K volgt I. SNELHEID K en I spreken ongeveer even snel na elkaar. K richt zich in dezelfde tijd op meer onderwerpen dan I. K is sneller bij de deur dan I. I haalt water terwijl K tegen een balletje schopt, hout tussen de werkbank klemt en naar de deur loopt. K volgt I niet in snelheid en I volgt K niet in snelheid. K loopt naar de deur waarna I langzamer dan K naar de deur loopt. I volgt K niet in snelheid.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw