Sonja Graafstal en Carine Heijligers

192 2C Afbeelding 2c.4 Gedeelte van een Gecodeerde Conversatie Hulpgever (G): ‘Wat ga je maken?’ = code c, omdat het de eerste vraag van het gesprek is. Hulpvrager (V): ‘Ik ga mijn naam opschrijven´ = code b, omdat het een uitgebreid antwoord op de vraag bevat, zonder verdere initiërende eigenschappen G: ´Weet je iets voor mij?’ V: ‘Nee’ = code e, omdat het een antwoord zonder verdere eigen initiërende eigenschappen is G: ´Ik weet niet wat ik zal gaan tekenen’ = code j, omdat de hulpgever verder gaat met zijn eigen beurt nadat de hulpvrager een minimale reactie heeft gegeven. V: ´Het is niet zo goed gelukt’ = code g, omdat het geen reactie op de hulpgever is, maar op een onderwerp dat al eerder aan bod is gekomen. G: ‘Wat vind je van de sneeuw?’ = code c, omdat het een compleet nieuwe vraag is. G: ‘Wil je mijn blaadje?’ V: ´Euh dat hoeft …’ G (hulpgever onderbreekt hulpvrager): ‘Mijn blaadje is toch nog leeg´ = code l, omdat de hulpgever niet ingaat op wat de hulpvrager zegt. G: ‘Ik weet nog niet wat ik ga tekenen, ik moet nog iets verzinnen´ = code j, omdat de hulpgever doorgaat met haar verhaal/zin zonder dat de hulpvrager reageert. G: ´Wat ga je tekenen?’ = code c, omdat het de eerste vraag van het gesprek is. ... G: ´Wat vind je van mijn tekening?’ = code f, de vraag heeft betrekking op een eerder besproken onderwerp. V: ‘Ik vind hem mooi’ G: ‘Wat vind je er mooi aan?’ = code a, vraag heeft betrekking op het antwoord van de hulpvrager en bevat een nieuw (sterk) initiatief. Recurrence Quantification Analysis Recurrence Quantification Analysis (RQA) is een van de technieken die binnen CST algemeen toegepast wordt om niet-lineaire processen in kaart te brengen. De kern van deze techniek is het analyseren van een of meerdere tijdseries op herhalende (recurrente) patronen of eigenschappen. We hebben ons voor de bespreking hiervan voornamelijk gebaseerd op het werk van Webber en Zbilut (2005). Autorecurrentie De gemeenschappelijke basis van levende en niet-levende systemen is de eigenschap van herhalende patronen. Elk complex systeem geeft signalen af en in dat ritme is meestal een patroon te herkennen van periodes die zich herhalen en periodes die dat niet doen. Een sinusgolf bijvoorbeeld heeft een perfect herhalend patroon. Het is mogelijk om een miljoen sinusgolven samen te vouwen tot een enkele sinusgolf, zonder informatie te verliezen. Dat maakt de sinusgolf ook heel voorspelbaar. Het herhalende patroon van een sinusgolf is te beschrijven als de hoeveelheid cycli per

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw