194 2C Afbeelding 2c.6 Een Sinusgolf met een Frequentie van 261,63 Hz die de C4-Toon Representeert Afbeelding 2c.7 Een Sinusgolf met een Frequentie van 659,25 Hz die de E5-Toon Representeert Tijdserie Levende complexe systemen zoals dieren en mensen hebben signalen die veel complexer zijn dan een sinusgolf. Door het herhalende patroon van dat systeem te onderzoeken kan er inzicht verkregen worden in de onderliggende dynamiek van het systeem. Een toepassing hiervan is bijvoorbeeld het meten van de hartslag door middel van een hartfilmpje. Op een hartfilmpje zijn pieken en dalen te zien. Dit zijn de verschillende fasen van een hartslag. Ze worden aangegeven met de letters P, Q, R, S en T. De P-top betekent het samentrekken van de boezems (de lijn wordt daarna weer ‘vlak’, omdat het elektrische signaal even wordt vastgehouden). Het QRS-complex betekent het samentrekken van de hartkamers en de T-top staat voor het ontspannen van de hartspier. Na de T-top begint het patroon weer opnieuw voor de volgende hartslag. Zie Afbeelding 2c.8 voor een waarachtig voorbeeld van de hartslagfases. Deze fases worden aangedreven door een elektrisch signaal dat het startsein is van elke nieuwe hartslag. In deze afbeelding is te zien dat de spanning (voltage) op de y-as een functie is van de tijd op de x-as.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw